Steen & Been: Corbuboot

Onze huiscolumnist Filip Canfyn leest in ‘The Language of Cities’ van Deyan Sudjic (Allen Lane, 2016) iets over CIAM, Athene, de functionele stad en vooral een boot. Hij vlooit het internet af om hier meer over te weten en botst op Le Corbusier op volle zee.

Deyan Sudjic verwijst in zijn boek over de essentie van ‘de stad’ naar de modernisten van CIAM, die in de zomer van 1933 op een boot tussen Marseille en Athene dé utopische functionele stad willen bedenken, “free from the luxury of self-doubt”. Wat is het verhaal?

De Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM) proberen tussen 1928 en 1959 te wegen op het discours rond, inderdaad, moderne architectuur en zeker ook stedenbouw, met publicaties en congressen. Er wordt belangrijk werk geleverd maar nog veel meer netwerk: de losvaste CIAM-loge verenigt wie zichzelf belangrijk acht of wie zich in de slipstream van wel belangrijke architecten wil bewegen. In 1930 wordt Cornelis Van Eesteren, de stadsarchitect van Amsterdam, voorzitter. Hij wordt opgedragen de vierde CIAM-conferentie in Moskou voor te bereiden rond het concept ‘functionele stad’. Het congres moet tweemaal uitgesteld worden, omdat in de Sovjetunie te veel politieke onrust heerst en omdat Stalin eigenlijk geen zin heeft in die Westerse avantgarde. Marcel Breuer stelt dan voor een pakketboot te charteren en op de Middellandse Zee te vergaderen.

Op 29 juli 1933 vertrekt de S.S. Patris II vanuit Marseille naar Athene. De fine fleur van architecten en stedenbouwkundigen, waarvan heel wat specimen hun vrouw meenemen, laat zich 34 casestudies van steden welgevallen op de heenreis. Dat materiaal wordt in Athene tentoongesteld tussen 2 en 10 augustus, zodat nog tijd rest voor klassieke toeristische bezigheden. Op de terugreis, tot 13 augustus, wordt op volle zee zwaar gedebatteerd over wat nu die functionele stad moet worden. Er wordt geen consensus bereikt en er worden twee verschillende slotverklaringen goedgekeurd door twee verschillende fracties. Omdat architecten nu eenmaal moeilijk overeenkomen. Omdat een fundamentele onenigheid over het concept bestaat maar (vooral) omdat velen zich verzetten tegen de intellectuele dominantie van ene Le Corbusier, die ook bootpassagier is.

Le Corbusier weet dan al perfect wat hij wil. Hij zal dat later (in 1943) neerschrijven in het Charter van Athene, waarin hij zijn eigen visie op stadsplanning, die tien jaar vroeger niet goedgekeurd raakt, toch voorstelt als dé conclusie van die bootreis. Zijn  hineininterpretierung pleit voor scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie plus hoogbouw om zoveel mogelijk open ruimte te bewaren. Le Corbusier verdedigt dat concept al in CIAM-jaar 1933, niet alleen op een boot maar ook in Antwerpen.

 

De hineininterpretierung van Corbusier pleit voor scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie plus hoogbouw om zoveel mogelijk open ruimte te bewaren.

 

Inderdaad, in datzelfde 1933 wordt een internationale ontwerpwedstrijd uitgeschreven om Linkeroever een masterplan voor de toekomst te geven. Le Corbusier tekent een brug over de Schelde, die uitloopt in een stadsdeel voor 500.000 inwoners (= 30 x huidige populatie). Het autoverkeer rijdt 5 meter boven het maaiveld en de torens staan op pilotis zodat 100% van de grond publiek domein wordt, net als de daktuinen op de footprint van 12%. Le Corbusier verklaart: “De stad wint 112%”. Noch hij noch één van de andere 96 inzendingen worden tot laureaat uitgeroepen omdat noch hij noch een andere kandidaat zich aan de randvoorwaarden of het basisplan van de wedstrijd houden. Omdat architecten nu eenmaal moeilijk conformeren.

Om dit verhaal toch op volle zee af te sluiten: in 1965 gaat de 78-jarige Le Corbusier, tegen doktersadvies in, in de Méditerranée zwemmen. Hij raakt niet uit het water op de rotsen, krijgt een hartaanval en spoelt later levensloos op het strand aan. Hij wordt met zeezicht begraven naast zijn vrouw, die hem gans hun huwelijk lang verbiedt thuis over architectuur te spreken …

Deel dit artikel:
Onze partners