Onze huiscolumnist Filip Canfyn laat zich, als liefhebber van architectuur én architectura.be, door de nieuwsbrief verleiden tot het bekijken van het filmpje over UNStudio en hun ontwerp voor de hoofdzetel van Booking.com in Amsterdam. Hij raadt iedereen aan hetzelfde niét te doen.
Het gebouw is degoutant, het filmpje zo mogelijk nog degoutanter. Was Versailles als kantoor bedacht, het zou er uitzien als het creatuur van UNStudio. “L’économie, c’est moi.” Ik dacht dat het dieptepunt van architecturaal imperialisme al bereikt was met de KBC-hoofdzetel aan de Havenlaan in Brussel maar het kan dus nog erger. En in dat pretentieus decor, bevolkt door vooral blank en man buns, worden smoothies gedronken en yogahoudingen geoefend. De video idealiseert het gebouw en verheerlijkt zo Booking.com, de royale opdrachtgever.
Is dit alles bedoeld als tegengewicht? De laatste tijd komt ‘de grootste hotelier ter wereld maar zonder één kamer’ slechts kwalijk in het nieuws: laattijdige betalingen van verhuurders, massale outsourcing van medewerkers, dikke bonussen voor de drie toppers, misleidende aanbiedingen, consistente belastingsfraude, … Het succesverhaal moet nu blijkbaar met showarchitectuur verteld en hersteld worden. Wat een paar eigenzinninge Nederlanders bij wijze van spreken in een caravan opstartten in 1996 (het eerste jaar werd afgeklopt met 3.750 boekingen) groeide immers uit tot een Amerikaanse gigant met vandaag 15 miljard euro jaaromzet. Zo’n sterke marktleider meent het zich te kunnen veroorloven de limieten van zijn eigen businessmodel op te zoeken en als een parasiet 10%, 15% of zelfs meer van de hotelinkomsten op te eisen. Als losgeld voor een algoritme. “L’économie, c’est ça.”
Voor zo’n bedrijf zo’n gebouw bedenken, is dat de rol van architectuur? Is dat de taak van architecten? Was één Albert Speer dan niet genoeg?