Onze huiscolumnist Filip Canfyn heeft van woononbetaalbaarheid een stokpaard gemaakt, dat hij regelmatig berijdt om het in koers te houden. Tegen beter weten in.
Ik laat mij, tijdens een debat of een lezing, wel eens ontvallen dat ik niet meer reken of hoop op de ontwikkelaars en verkavelaars voor een consistent marktaanbod aan betaalbare (huur)woningen. Zij zijn bezig met zichzelf en dus met hun 1% nieuwbouw (op jaarbasis) voor de 40% hoogste inkomens. Dat is hun volle recht én dat is hun legitieme keuze. Kortom, daar is op zich niks mis mee. Alleen verliezen ze door hun mercantiele selectiviteit aan maatschappelijke relevantie.
Na het debat of de lezing word ik sporadisch tegengesproken door wie zich aangesproken voelt door mijn boodschap. De grote jongens kunnen best wat verholen kritiek verdragen (ze denken al eens na, ook op langere termijn) maar het zijn eerder de meer lokale spelers (goed gekapt en gepakt), die vastberaden op mij afstappen om die kaakslag betaald te zetten. “Wat je daarnet zei over de vastgoedsector, dat is niet waar. Wij willen wel, maar het gaat niet meer. Weet je wat de grond vandaag kost? En dat EPC-gedoe? En die oppervlakte- en parkeernormen? Dan heb ik het nog niet over fiscaliteit. Wij kùnnen niet meer betaalbaar aanbieden.” Ik repliceer dan meestal: “U bevestigt wat ik daarnet beweerde.” Soms, als de spreektoon mij wat irriteert, durf ik toevoegen: “Ik meen ook dat u aan uw praktijk niks wil veranderen uit strikt eigenbelang en latente luiheid.”
Onlangs krijg ik een sujet aan mijn been, die meer pretentie dan intelligentie bezit en vooral blijft suggereren dat betaalbaarheid onmogelijk is om redenen bùiten hem om. Ik antwoord: “Luister, beste meneer, u baat een Mercedes-garage uit. Bij wijze van spreken. Primo, u hoeft zich daarvoor niet te verontschuldigen. Secundo, u mag echter niet doen alsof u iets van Dacia-auto’s kent. Tertio, u mag zeker niet pretenderen dat de Mercedes-logica de enige juiste is, laat staan beter is dan de Dacia-logica.” De real estate guy vindt geen goedkoop tegenargument meer en zoekt dan maar soortgenoten op. Ik kan naar huis.