Onze huiscolumnist Filip Canfyn ontdekt in een professoraal zinnetje over drinkwater het ei van Columbus om een overmatig verbruik van schaarse, ongezonde en/of onecologische grondstoffen en producten te temperen. En hij maakt een Brexit-bruggetje.
Ian McEwan, een van mijn favoriete romanciers, schrijft eind 2019 de satirische novelle ‘De kakkerlak’, waarin hij de hele Brexit-psychose en de bijhorende drama-politiek deskundig fileert. (Ik vertel niet meer, dat moet het boek doen.) Hij noemt de doctrine van de prime minister ‘het retournisme’. Dat neologisme staat voor een omgekeerde redenering, die het eigenzinnige beleid in de soep doet draaien. Kort samengevat: de geldstroom wordt omgedraaid. De werknemer betaalt een salaris aan de werkgever maar wordt vergoed voor elk product of elke dienst, die hij koopt. Sparen levert negatieve rente op, dus consumeert hij er maar op los om de beste job te kunnen krijgen, die hij duur moet betalen.
Ik verklap niet hoe dit cynisch kromdenken door McEwan ingenieus uitgewerkt wordt maar ik maak graag de link met een uitspraak in Humo (2 juni 2020) van Patrick Meire, hoogleraar ecosysteembeheer (UAntwerpen), in verband met het structureel watertekort (zie ook mijn vorige column ‘Waterziek’). Hij vreest dat een progressieve drinkwaterfactuur moet ingevoerd worden: hoe meer drinkwater verbruikt wordt, hoe meer voor dat drinkwater moet betaald worden. Ook dit is een omgekeerde redenering maar wel een verstandige.
Ik stel mij concreet het volgende voor. We nemen het gemiddelde drinkwaterverbruik van een huishouden en we bepalen een eenheidsprijs voor alle drinkwaterverbruik onder dat gemiddelde. Wie per se meer wil verbruiken, om zwembaden te vullen, auto’s te wassen of gazons te sproeien met drinkwater, die betaalt voor zijn consumptie boven dat gemiddelde een eenheidsprijs, die exponentieel stijgt. Dus geen 3 kopen, 2 betalen meer. Neen, 2 kopen blijft 2 betalen maar 3 kopen wordt 4 betalen, 4 kopen wordt 6 betalen, 5 kopen wordt 8 betalen, 6 kopen wordt 10 betalen, enzovoort. De kwistige verbruiker draait op voor de rekening, tot zijn geld op is of tot hij zijn les leert. Dan zakt het gemiddelde verbruik en wordt met de tweede les gestart. Als nalatig gedrag de portemonnee leeghaalt worden intelligente keuzes sneller gemaakt.
We nemen het gemiddelde drinkwaterverbruik van een huishouden en we bepalen een eenheidsprijs voor alle drinkwaterverbruik onder dat gemiddelde. Wie per se meer wil verbruiken, om zwembaden te vullen, auto’s te wassen of gazons te sproeien met drinkwater, die betaalt voor zijn consumptie boven dat gemiddelde een eenheidsprijs, die exponentieel stijgt.
In dat progressieve factuur-voorbeeld kan drinkwater ook vervangen worden door diesel, benzine, elektriciteit, gas, rood vlees, suiker, vetten, bouwgrond of vuilniszakken. Ik vind die omgekeerde redenering alvast met de dag beter worden.