Onze huiscolumnist Filip Canfyn leest in Knack dat ex-Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck als professor in zijn emeritaat en als architect uit zijn kantoor stapt. Niet de pensionering zelf verrast, wel de uiteindelijke aanleiding.
Wat ik over Leo Van Broeck denk en waarom ik hem apprecieer kan breeduit nagelezen worden door drie woorden in te tikken op Google: architectura, Broeck en Canfyn. Deze brother in arms heeft meer dan zijn plaats in de ruime architectuurwereld maar hij stopt …
In Knack hekelt de ex-BWMSTR het als participatie vermomd “agressief maatschappelijk debat”, dat in een tsunami van bezwaren rond omgevingsvergunningen resulteert, waaraan zogenaamde slachtoffers en voortvarende advocaten willen verdienen. Wie er zeker niet aan verdient is de architect, die voor een habbekrats de kastanjes uit het vuur moet halen, en dan hoeft het voor Leo niet meer. Wat hem nog meer ergert is het primeren van een vermeend eigenbelang op een collectieve noodzaak, van een individuele “buikloopmening” op een algemene win-win.
Ik herken volop die ergernis. In mijn boek ‘Waarom ruimte, energie en mobiliteit problemen zullen blijven’ (Gompel & Svacina, 2019) heb ik het over collectief egoïsme, dat veel meer dan omgevingsvergunningen besmet. Ik citeer Herman Siebens, die in ‘United colors of beton’ (Garant, 2017) vaststelt dat het individualisme in een winning mood zit, dat het engagement pro particuliere belangen blijft toenemen en dat de bereidheid pro algemeen belang blijft afnemen, tenzij op die manier de slaagkans van een particulier belang verhoogt. Meer en meer worden individuele belangen verdedigd als een algemeen belang en dat noem ik collectief egoïsme, dat zelfs nog virulenter optreedt sinds de coronacrisis (voor zover die al over is). Twee burgers met tijd en een Calimerocomplex bereiken tegenwoordig meer dan onderbouwde alarmbellen rond overconsumptie van ruimte, schaarste van energie of congestie van mobiliteit.
Deze tendens bestaat al veel langer dan vandaag en daarom verrast het dat Van Broeck nu de handschoen in de ring werpt. Trop werd dan toch té veel.
Leo, spijtig dat het citaat “si tous les dégoutés s’en vont, il n’y a que les dégoutants qui restent” wat meer waarheid wordt maar geniet van de rust, die je vaak niet vond.