Onze huiscolumnist Filip Canfyn vertelt eens een persoonlijk verhaal, dat hem in de pen doet kruipen. Om te protesteren tegen kortzichtigheid, cynisme en gebrek aan leiderschap in zijn stad. Een hele boterham voor een bijna-ex-woonerf.
Ik woon in de stad, in een doodlopende straat. Die werd nog niet zo lang geleden omgevormd tot een woonerf (dus met een snelheidslimiet van 20 km/u). De herinrichting kostte wel anderhalf jaar onbereikbaarheid en vuiligheid, maar alla, het resultaat mag gezien worden en stemt de hier wonende studenten, gezinnen met kinderen en senioren best tevreden.
Tot ik gisteren vanwege het stadsbestuur een bewonersbrief in de bus kreeg onder de noemer ‘Afschaffen woonerfstatuut Walle’. Ik citeer.
“Reeds een tijd merken wij dat uw straat niet echt fungeert als woonerf. Voetgangers lopen niet op de kasseien maar op de vermeende voetpaden en uit snelheidsmetingen blijkt dat de snelheidsbeperking van 20 km/u niet wordt gerespecteerd. Uit metingen blijkt dat 55,6% zelfs sneller rijdt dan 30 km/u. Het huidige eerder rechtlijnig wegbeeld nodigt ook niet uit tot lagere snelheden. De straat is bovendien te lang om als woonerf te fungeren. Het huidige statuut van woonerf beantwoordt niet aan het gebruik. Het statuut geeft een vals gevoel van veiligheid. (…) Wij hebben dan ook de intentie om het woonerfstatuut in uw straat af te schaffen zodat dit (opnieuw) een ‘gewone’ zone 30 wordt. (…) Wij menen dat dit in praktijk nauwelijks zal merkbaar zijn, noch aan het gedrag van of tegenover de voetgangers, noch aan het parkeergedrag. Wel zouden er dan opnieuw snelheidscontroles door de politie kunnen plaatsvinden op basis van de maximum snelheid van 30 km/u.”
Ik antwoord aan de briefschrijver, de schepen van mobiliteit en openbare werken.
“Geachte Heer Schepen,
Bij het lezen van uw bewonersbrief ‘Afschaffen woonerfstatuut Walle’ ben ik van mijn stoel gevallen. Niet zozeer wegens de inhoud zelf maar vooral omwille van het achterliggende bestuurlijke principe: goede concepten, die niet gerespecteerd worden, moeten niet beschermd maar vernietigd worden. Ik ben zonder meer verbolgen over zoveel cynisme en gebrek aan leiderschap.
Op Walle heeft de auto gewonnen. Al lang. De auto respecteert de spelregels van een woonerf duidelijk niét. Natuurlijk lopen de mensen dan op het voetpad. Je zou voor minder als ruim de helft van de auto’s zelfs meer dan 30 km/u rijdt. Niet de voetganger misprijst het woonerfstatuut, zoals u flauw suggereert, wel de auto. Goed dat u nog de schuld op het ontwerp steekt (te recht, te lang) maar de supprematie van de auto zegeviert alvast dankzij u, die spreekt van een vals gevoel van veiligheid. Mis, het is een gevoel van onveiligheid, zeker in een stuk straat met een druk beklante school voor kwetsbare kinderen. U doet maar. Toch wil ik u enkele suggesties doen. We schaffen meteen àlle goede concepten af, die niet gerespecteerd worden door de auto. Weg met de fietssuggestiestroken. Weg met de ganse zone 30. Weg met alle woonerfzones. En die snelheidscontroles op Walle moeten niet meer. Die komen te laat. Men had beter wat meer opvoedende inzet getoond ten voordele van het woonerf. Tot slot: op één punt hebt u gelijk. De afschaffing van het woonerfstatuut zal inderdaad in de praktijk geen verschil maken: de auto blijft gewoon baas! Met dank voor uw bezorgdheid.”
Ik krijg de volgende dag een mail van de schepen. Ik geef die mee, louter volledigheidshalve want ik hou niet van dovemansgesprekken.
“De beslissing om het woonerf in Walle te schrappen berust niet op een gebrek aan leiderschap of visie. Ik verwijs graag naar een hele reeks andere moedige beleidsbeslissingen om de wagen in onze stad terug te dringen. Het zijn onze verkeersexperts die het college hebben geadviseerd om deze beslissing te nemen. Ik heb veel vertrouwen in hun oordeel en expertise.”