Ook onze huiscolumnist Filip Canfyn neemt al eens vakantie en bergt zijn pen dan even op. Geen nood, hij haalt wat oude columns uit de gracht. Hij heeft er zelfs zijn werk van gemaakt: hij heeft hier en daar wat herschreven, om nog eens duidelijk zijn punt te maken. Deze week deel 2 van de retrospectieve: column 166, ‘Eigenaar(dig)’ (29 november 2018).
Het is in principe niet oneerbaar de belangen van de eigen groep te verdedigen of via allerlei kanalen te lobbyen ten voordele van soortgenoten. Pro domo pleiten wordt wel genant wanneer alleen een tunnelvisie beleden wordt. Een koppig voorbeeld hiervan is het tijdschriftje van de Verenigde Eigenaars, de club van huisverhuurders, zoals blijkt uit het recent editoriaal ‘Betaalbaar wonen: een realistische wens?’ van hun voorzitter. Ik heb er een dialoog van gemaakt, tussen citaten van hem en oprispingen van mij.
“In het electoraal discours valt veelvuldig de slogan ‘betaalbaar wonen’. Dit thema, waar politici zich graag aan optrekken, wordt extra in de verf gezet door de weinig opbeurende verhalen in de sociale huisvestingssector.”
“Goed gezien, voorzitter. Spijtig dat betaalbaar wonen na verkiezingen weeral compleet vergeten wordt, net zoals sociaal wonen.”
“Huurders beweren het moeilijk te hebben om de huishuur te betalen. In de ons omringende landen liggen de huurprijzen veelal nog een pak hoger en wordt het huren van een woning nog beschouwd als een voorrecht.”
“Foei, voorzitter, geen appels met peren vergelijken. In die landen zijn er veel meer huurders, veel meer huurpanden en bovenal veel meer kwaliteit. Verhuren is daar een gerespecteerd vak.”
“Op de private huurmarkt overschrijden veel huurders de vuistregel dat maar één derde van het gezinsinkomen naar huisvesting mag gaan. Er is vastgesteld dat in de meeste gevallen meer dan de helft van het gezinsinkomen besteed wordt aan huurprijs en verbruikskosten.”
“Dat zal wel, voorzitter. Huurders hier hebben een bescheiden inkomen en door het tekort aan sociale woningen hebben ze geen andere keuze dan zich blauw te betalen voor een treurig stulpje.”
“We stellen vast dat het huurpubliek de laatste jaren veeleisend en kieskeurig is geworden en veel comfort en luxe wil.”
“Voorzitter toch. Dat gaat enkel over een kleine fractie, over middenklassers, die niet meer kunnen kopen wegens niet genoeg budget en daarom huurders met een wel stevig budget worden. Ze willen natuurlijk de afdragertjes niet, die jullie dan maar doorschuiven naar de minder fortuinlijke huurders.”
“Iedere huurder op de private huurmarkt zou een voor hem haalbaar budget moeten vastleggen en in functie daarvan een geschikte huurwoning zoeken.”
“Voorzitter? Alsof een huurder dat niét doet. Hij moét om rond te komen. Dat is trouwens het probleem niet. De vraag beantwoordt niet aan het aanbod en het inkomen van de modale huurder is meestal beperkt.”
“Iedereen is het er over eens dat wonen ‘betaalbaar’ moet zijn en blijven. Alleen mag de last ervan niet grotendeels worden afgewenteld op de private verhuurder. Als hij geen rendement meer haalt uit zijn investering, zal hij zijn goed onttrekken aan de huurmarkt. En een lager aanbod leidt tot … hogere huurprijzen.”
“Voorzitter, zo’n argument gebruiken om het huidige slechte huuraanbod en het bijhorende prijsprobleem in stand te houden ruikt naar maatschappelijke chantage. In elk geval wordt bevestigd dat uw club met vastgoed bezig is en niet met huisvesting. Elk zijn vrijheid maar het moet serieus blijven: wie drie sterren kookt kent weinig slechte betalers maar wie gaarkeuken serveert heeft niet het recht beschimmeld vlees aan een lage prijs te verpatsen, louter en alleen omwille van die lage prijs.”