Na de zotte weken, die doen geloven dat iedereen een nieuwe auto moet kopen, is het traditiegewijs de beurt aan de Batibouweuforie, die de burger een baksteen in de maag wil aanpraten. Wie de B van bouw zegt moet ook de A van architect zeggen, dus gaan onze gedachten eens naar die beroepsgroep in de marge van de Batibouwcommunicatie.
Een baksteenfabrikant meldt dat reeds 60% van de Vlaamse woningen door een projectontwikkelaar gebouwd worden, wellicht met een groot architectenkantoor. Oei! Nog geen 1% van ons woningpatrimonium wordt jaarlijks genieuwbouwd. Dus ligt er niet veel werk klaar voor de talloze bescheiden architecten, die 40% daarvan onder elkaar moeten uitvechten. Nog geen 1% wordt gerenoveerd en nog geen helft van die verbouwingen doet beroep op een architect. Oei! Weeral weinig soeps voor de legio bescheiden architecten. Batibouw is dus geen feest voor het onbesproken gros van het architectengild.
Werk aan de winkel dan, zou je denken, voor de vaardige voorzitster van de NAV. Als speerpunt van het architectensyndicaat komt ze in een Batibouwmagazine meer dan terecht op voor haar vakgenoten, die veel te veel moeten presteren voor een in ereloon verklede aalmoes. Point taken maar haar foto staat wel middenin een artikel, dat kopt dat architecten wel eens 7,5 tot 12 procent van het bouwbudget kunnen kosten. De voorzitster heeft dat wellicht niet gezegd en zeker niet zo bedoeld maar de bescheiden architecten, die het al zo hard te verduren hebben, zullen hier niet mee kunnen lachen. Je zult maar een bezoek moeten brengen aan een twijfelende klant, die net dàt artikel gelezen heeft.
Zo wordt alleen maar bevestigd wat zovele mensen denken over dé architect: hij is een kostenfactor, die zichzelf te ruim betaalt en het gebouw te duur maakt. In tegenstelling tot een advocaat, die een veelvoud kost, wordt een architect als onnodig en zelfs onnuttig bestempeld. En dat blijft een huizenhoog perceptieprobleem. Wie mij niet gelooft wil ik eens meenemen op mijn dagelijkse pendeltrein: hij zal rode oortjes krijgen.
"Zo wordt alleen maar bevestigd wat zovele mensen denken over dé architect: hij is een kostenfactor, die zichzelf te ruim betaalt en het gebouw te duur maakt."
Je kan ook de architect lezen, die in volle Batibouwtijd zijn hart uitstort in ‘De Standaard’ van 20 februari 2017. Nog los van het feit dat hij bekent maar echt content te zijn over 1 op 49 opdrachten (niet doen!) en dat hij architectuur hier een frituuratelier vindt, een kartonnen, lege doos met kleine instantoplossingen (niet doen!) bevestigt hij het gebrek aan respect, waarvoor hij geen pendeltrein nodig heeft. Hij vertelt van een opdrachtgever, die een eerste ontwerp afkeurt, een tweede ook en na het derde toegeeft al van bij het begin het eerste ontwerp goed gevonden te hebben maar toch drie ontwerpen wilde omdat hij ervoor betaalt. Ik vrees dat zoiets nog zal gebeuren en dat zoiets bij veel confraters gebeurt.
"Ik merk zelf al meer dan dertig jaar een pijnlijk gebrek aan respect voor en vertrouwen in de architect als vakman, als bouwheerverdediger, als processtuurder."
Geen wonder, als je dit alles op een rijtje zet, dat bescheiden architecten het vandaag uiterst moeilijk hebben: een dunne spoeling, een verkeerde honorering en een negatieve perceptie. En moeten opboksen tegen de media beheersende starchitects, die bejubeld worden door de verkeerde luiden maar zeker de krant halen met spectaculaire verhalen over escalerende budgetten. Ik weet niet meer hoe dit perceptieprobleem recht moet getrokken worden: ik merk zelf al meer dan dertig jaar een pijnlijk gebrek aan respect voor en vertrouwen in de architect als vakman, als bouwheerverdediger, als processtuurder. Waarom zou dat morgen veranderen? Wie zegt dat dit louter een perceptieprobleem is? En wat zullen al de welwillende bescheiden architecten doen als de wereld volledig overgenomen wordt door projectontwikkelaars en gelijkgestemden? Flyers uitdelen op Batibouw?