De kogel is door de kerk! De geest is uit de fles! De kat is in de zak! In elk geval, de issue die al lang niet meer de Oosterweelverbinding zou mogen genoemd worden maar wel het infrastructureel antwoord op het mobiliteitsinfarct rond Antwerpen, heeft na zoooo lang een soort van consensus bereikt tussen dorpspolitiek, betonzucht, verkeersdeskundigheid en middenvelddruk. Ik krijg het misschien moeilijk op papier maar ik ben alleszins blij.
Ik weet het, er bestaan nog onduidelijkheden, kromme komma’s moeten nog uitgegomd worden, de tolheffing zal nog deining op de Schelde blazen maar er is bovenal een bestuurlijke grenslijn getrokken: wie dit compromis nog schendt kan het stadhuis vergeten. No pasarán!
Ik blijf het wel spijtig vinden dat de infrastructurele nadruk nog steeds overheerst, ondanks een mild pleidooi voor een betere modal shift. Fundamenteel wordt niets veranderd aan ons verkeerd woon-werkverkeer, aan onze koppige autodrang, aan ons zelfdestructief verplaatsingsgedrag. De vraag wordt niet in vraag gesteld, het aanbod wordt alleen maar intelligenter uitgebreid.
Toch past hier zonder meer een drievoudig huldebetoon.
Hulde aan een pionier: Manu Claeys. Zijn dossierkennis en bijna autistisch doorzettingsvermogen hebben de sclerose van het BAM-denken verstandig uitgeschakeld en vervangen door een breed gedragen en vooral mens- en stadsvriendelijke logica. Applaus!
Hulde aan een deus ex machina: Ringland. Een oplossing schetsen op een bierkaartje en zo stadsbewoners verenigen, het bleek ontzettend hartverwarmend. Ik was bij de eerste ondertekenaars van de open brief, bij de eerste kopers van een symbolische vierkante meter Ringland, gewoon omdat wie een probleem prettig kan vertalen als creatieve stoof ook borg staat voor een knetterende oplossing. Applaus!
Tenslotte hulde aan een tovenaar: Alexander D’Hooghe. Een heer met een impressionant cv maar vooral met een empathische gave, die nog groter bleek dan zijn academische mérites. Als new kid on the block, niet bezwaard door ingeroeste dossierspanningen, kon hij ontmijnen en spoor zoeken. Hij vermeed tijdverlies en conflictgroei door zowel ideologisch gezwam als slinks wandelgangblabla te bannen. Hij was eerder huwelijksconsulent dan overkappingsintendant. Hij zocht en vond een briljant evenwicht tussen niet alleen technische en financiële dada’s maar ook ruimtelijke en sociale bezorgdheden. En als de hanige principes of verdoken agenda’s de sfeer vergalden liet hij simpele pizza’s aanrukken om de vermoeide geesten te inspireren. Driewerf applaus!