Steen & Been: (Filip Canfyn): Het Aleppo van De Pauw

Welgeteld vijftig jaar geleden wordt het Manhattan-project in de Brusselse Noordwijk juridisch op gang geschoten. Deze megalomane vastgoedorgie, die nat droomt van 80 (!) torens tot 160 meter hoog en van bijna één miljoen vierkante meter kantoorprairie, wordt op 4 torens na nooit uitgevoerd. 53 hectaren vol wonende mensen en simpele bedrijvigheid worden wél voor altijd weggeveegd. Het getuigt zelfs bijna van een onwerkelijk sarcasme dat op de plek, waar een halve eeuw geleden 12.000 stedelijke vluchtelingen uit hun huisjes verjaagd worden, vandaag buitenlandse vluchtelingen ingeschreven maar vooral met de nek aangekeken worden.

Deze trieste verjaardag vormt in ‘De Standaard Magazine’ de aanleiding voor een keihard artikel met dito foto’s. De journalist toont een desolaat niemandsland met lege kantoortorens en opeengepakte sociale flats. Een vergelijking tussen de Noordwijk en Aleppo wordt gemaakt, en niét door een Syrische vluchteling. Het leven lijkt ook daar met een vacuümpomp weggezogen. Deze harde boodschap zorgt er wel voor dat de Noordwijk nog altijd beeldbepalend blijft voor (de aversie voor) Brussel en de grootstad in het algemeen. De skyline van Brussel, dus het spel van de torens in de Noordwijk, doet huiveren, net zoals die van grote broer La Défense in Parijs. En intussen maar lyrisch doen over Manhattan in New York ... De Noordwijk discrimineert op een onvergeeflijke manier het wonen en het leven in de stad en behoudt bovendien een bittere nasmaak van vulgaire affaires.

Ik heb daarom nog eens het toen baanbrekende boek “In Brussel mag alles – Geld, macht en beton” (EPO, 1991) van Georges Timmerman uit de kast gehaald. Timmerman, sinds jaar en dag een onderzoeksjournalist pur sang en nu werkend voor de sprankelende nieuwssite apache.be, fileert ruim een kwart eeuw geleden het politiek en economisch gekuip, dat van Brussel een monofunctionele en fantasieloze vastgoedwoestijn met een hoog rendement maakt. Natuurlijk heeft hij het ook over dat ranzige Manhattan-plan en vooral over de zichzelf bedruipende schepen van Openbare Werken Paul Vanden Boeynants en promotor Charly De Pauw. Hun asociale anti-stedenbouw mislukt wel maar laat een wijk achter, die platgebombardeerd lijkt, braak ligt en op die vier torens en wat prostitutie na niets meer voorstelt. Echter, vanaf 1988 blazen de erven De Pauw nieuw leven en kapitaal in dit kostelijk grapje en ze halen dezelfde belangenvermengende stoten als hun vader uit. Ze promoveren een schreeuwlelijk Boudewijnlaangebouw, met zijn reusachtige afgeknotte glazen cilinder, tot exponent van een tweede generatie banaliteit, die maar opgevuld raakt als ministeries en overheidsbedrijven de dure vierkante meters voor zevenentwintig jaar afhuren. Wat vlot gebeurt. Dat betekent dat we de derde generatie Brusselse Manhattanitis binnenkort kunnen verwachten.

Ik wens Aleppo alvast een betere toekomst toe.

Deel dit artikel:
Onze partners