Ik lees al jaren elke dag veel kranten, begeesterd door verse info, gedegen duiding en puur plezier. In 2016 kwamen twee nieuw(s)e spelers aan het venster piepen, die de dagbladlol voor mij dubbel en dik maken. Er mag immers ook al eens gelachen worden, als dit maar ernstig gebeurt.
De Tijd, de meer dan leesbaar geworden zakenkrant, zet al jaren de satirische toon met guilty pleasure Koen Meulenaere (de man kan wel eens vreselijk vooringenomen zagen maar hij schrijft meesterlijk) en duwt nu ook ‘Het Faudste Nieuws’ van Jan Nelis prominent vooruit. Die sloeber levert elke dag commentaar bij de waan van die dag met een hilarische cartoon: meestal een uit zijn verband gerukte, verkeerde of bijgewerkte foto boven een krantenkop. Voorbeelden verzwakken natuurlijk het totaalbeeld, maar toch: ik vind ‘Liefdadigheidsfonds krijgt volledige erfenis Fabiola’ onder een vieze prent van een doos veelgebruikte krulspelden grappig. Zeker als ik weet dat ik ’s anderendaags wéér een goeie grap van dezelfde pias kan krijgen.
De Morgen, langzaam maar zeker ontaardend in Het Laatste Nieuws voor hoogopgeleiden, -geplaatsten en -ophebbers, brengt ons sinds een half jaar ook iets van zichzelf in de vorm van een nog straffere gast, dagelijks op de linkeronderhoek van bladzijde twee. Stijn De Paepe laat zich een moderne rederijker noemen en van dat epitheton wordt eigenlijk geen enkele letter gelogen. Wie elk etmaal een schamper schotschrift uit de actualiteit kan persen, met een onvoltroffen rijmschema, een rijke klankkleur, een gevatte woordenschat en bovenal een rake inhoud binnen een strak metrum, die verdient een welgemeende schouderklop. Je zou er zelfs speciaal de krant voor kopen. Ik citeer graag zijn ‘Pendelen met klasse’ van 4 januari 2017:
Moet u ’s morgens ergens zijn
Tijdig op en fris gewassen
Aarzel niet en neem de trein
U kunt kiezen uit twee klassen
De eerste prijzig, ruim en vrij
De tweede eivol en benepen
En de prijs van allebei
Is vertraging inbegrepen
Heeft dit alles nu iets met architectuur te maken? Niet onmiddellijk, hoewel een appreciatie voor vakmanschap en kunnen relativeren altijd en overal kan helpen.