Ik heb het in Steen en Been al vaker gehad over wat eerst ‘de nevenschade van de globalisering’ en nu eerder ‘moderne slavernij’ wordt genoemd: het intensief inzetten van (zeer) goedkope arbeidskrachten op bouwwerven. Iedereen weet onderhand wat ik over deze georganiseerde uitbuiting door grote én kleine aannemers denk. (Ik schaam me momenteel dood omdat mijn nieuwe thuis geschilderd en geparketteerd wordt door één Portugees en twee Roemenen, hoewel de werken besteld werden aan en gefactureerd worden door lokale bedrijven …) En het gaat niet alleen over de bouwsector.
Transportbazen zitten in voorarrest voor grootscheepse sociale fraude: hun buitenlandse truckchauffeurs moeten zich hier de pleuris rijden voor gemiddeld nog geen duizend euro per maand en vormen wegens hun ontelbare werkuren een gevaar op de weg. Logistieke reuzen als DHL blijken dan weer niet vies van negentiende-eeuwse praktijken, waartegen geen priester Daens meer opgewassen is. De sector, die zonder zonde is, mag trouwens de eerste steen werpen, indien gewenst.
Ik schrijf dit alles als bruggetje naar de Belgische première van ‘REM’ in Kortrijk. Ik had de eer en het genoegen na de film twee ex-medewerkers van Koolhaas te mogen interviewen: Edward Weysen (2 jaar bij OMA, nu met een kantoor WE-S in Gent) en Johan De Wachter (4 jaar bij OMA, nu met eigen kantoren JDWA in Rotterdam en 2DVW in Antwerpen). Twee topkerels: spitant, gedreven, nuchter en relativerend. Ze vertellen me in het voorgesprek dat er twee soorten ex-OMA-ers bestaan: de cv-hoppers, die 6 maanden blijven en dan naar de volgende starchitect vertrekken om ook die naam op het curriculum vitae te kunnen inschrijven, en de zeldzamere medewerkers, die langer blijven en dus veel meer doen dan hand- en spandiensten. Vanuit die wetenschap stel ik tijdens het interview een vraag over die cv-hoppers: ik vind het immers onbegrijpelijk dat je de kans niet grijpt om langer dan 6 maanden in zo’n gedegen architectenkantoor te blijven om bij te leren. Edward en Johan leggen dan uit dat OMA niet meer dan 500 euro per maand betaalt en toch 24/7-beschikbaarheid eist. Ik schrik. Het zo geroemde tijd nemen voor analyse, reflectie, conceptualisatie, discussie, … bij Koolhaas wordt dus betaald door een kudde referentiejagers keihard maar inefficiënt te laten werken voor een hongerloon. Huur en overleef maar eens met dat drinkgeld in Rotterdam of New York!
Nu ja, ik kan nog begrijpen dat zoiets blijkbaar de prijs van de starchitecture is en de boete voor een klinkend cv. Navraag bij bevriende architecten leert me echter dat ook bij andere, lees onberoemde, architecten de kantoren bevolkt worden met de spreekwoordelijke Portugezen en Roemenen voor toch wel zeer bescheiden uurlonen omdat “hier architectuur bedrijven anders niet meer gaat”. Dit kan ik dan weer niet begrijpen, dat zulke praktijken bijna de regel worden, onder het mom van het voortbestaan van het mooiste beroep ter wereld. Wat is dit, een kostelijke grap of een proeve van gewetenloos sarcasme? Er moet toch ergens een morele lat bestaan, waaronder we niét willen kruipen?