Onze huiscolumnist Filip Canfyn peutert graag in leven en werk van beroemde architecten. Een curieuze bezigheid, die in schrijverstaal ‘research’ mag heten maar die eigenlijk gewoon de Dag Allemaal-reflex in ieder van ons bovenhaalt. Architecten blijken uiteindelijk ook maar mensen. Een aflevering van La Casa del Artista (Thijs Demeulemeester in De Morgen) zet Canfyn op het spoor van Frank Lloyd Wright en Taliesin.
Frank Lloyd Wright (1867-1959) alias FLW ontwerpt veel, schrijft veel en leeft veel. Die drie bezigheden maken zijn bestaan, dat 92 jaar zal duren, hectisch en heftig.
Op het platteland opgegroeid en vooral opgevoed door zijn Welshe moeder vertrekt hij op zijn twintigste naar Chicago om architect te worden en de wereld te veroveren. Alles lijkt al snel mee te zitten. Zijn huwelijk met Catherine wordt bekroond met zes kinderen, hij woont prinsheerlijk in Oak Park en de klanten blijven aanbellen. Zo ook het echtpaar Cheney, dat in 1903 een villa van de meester wil. De architect en Mamah, de bouwvrouw, beginnen alras een affaire. Mevrouw Wright wil niet scheiden (ze zal pas 20 jaar later inbinden) en in 1909, wanneer de krant Chicago Tribune de klokken luidt, neemt FLW zijn maitresse veiligheidshalve mee naar Europa. Na een jaar aldaar durven ze terugkeren naar Chicago, waar ze niet meer welkom blijken. Het schandaalkoppel staat overal voor gesloten deuren, het puriteinse klantenbestand brokkelt af en de overspelige architect beslist daarom voor zijn Mamah een huis te bouwen op familiegrond in Wisconsin. Taliesin, met een Welshe naam om zijn moeder te eren, wordt door FLW het zomerverblijf genoemd maar krijgt in de dan al bestaande roddelpers de bijnaam ‘love cottage’. Tot 1914, wanneer het noodlot wreed toeslaat.
Tijdens de afwezigheid van de heer des huizes slaan bij een hulpje alle stoppen door: hij steekt de boel in brand en vermoordt, met een bijl nota bene, zeven aanwezigen, waaronder Mamah en haar twee kinderen. Een verbitterde FLW vervangt onmiddellijk het tragische puin door Taliesin II, dat trouwens in 1925 ook zal uitbranden, na een letterlijke kortsluiting dit keer, en dat plaats zal maken voor Taliesin III.
Intussen krijgt FLW pijnlijk door dat de Amerikaanse grond hem te heet onder de voeten wordt. Wanneer een verre kandidatuurstelling uit 1913 een echte opdracht in 1917 wordt heeft hij een goede reden om het hazenpad te kiezen: hij mag het Imperial Hotel (1919-1923) in Tokio bouwen. Het ontwerp maakt hij nog in Taliesin II maar hij verblijft tussen 1918 en 1922 nagenoeg constant in de Japanse hoofdstad, immuun voor de kritiek in het vaderland. In het land van de rijzende zon ontdekt hij trouwens een eigenaardige architecturale fusiontaal, die hij zal uitwerken in onder meer het Hollyhock House in Los Angeles.
Genoeg Dag Allemaal voor deze week, volgende keer meer.