STEEN & BEEN. Gaudi ten hemel (Filip Canfyn)

Onze huiscolumnist Filip Canfyn vertrekt van het nieuws dat de Sagrada Familia zopas de hoogste kerktoren ter wereld (net geen 163 meter) kreeg, om het te hebben over Antoni Gaudi I Cornet (1852-1926), de legendarische Catalaanse architect, die nu postuum naar zijn geliefde hemel kan reiken. 

De directeur van de architectuurschool van Gaudi zou bij de diploma-uitreiking gezegd hebben “hier is zonet ofwel een gek ofwel een genie afgestudeerd” en Oscar Niemeyer heeft ooit dezelfde confrater gekleineerd als “delirium-architect”. Moet Gaudi historisch belangrijk geacht worden als Catalaans modernist, die nationalisme, art nouveau en eigenzinnigheid mengt, of moet hij louter gezien worden als toevallige promotor van toeristische bouwsels met een hoog pretparkgehalte?

Na architectuurstudies, die hij zelf moet betalen met kleine jobs, overleeft hij dankzij onopgemerkt werk onder eigen naam of in onderaanneming. Zijn leven en loopbaan veranderen totaal na een ontmoeting met de zeer rijk getrouwde textielmagnaat Eusebi Güell, die vanaf 1884 een constante opdrachtenbron en milde mecenas wordt. Gaudi kan dankzij zijn vast inkomen verder schrijven aan het verhaal van de Sagrada Familia, door George Orwell cru “één van de afgrijselijkste gebouwen ter wereld” genoemd.

Een oerconservatief broederschap koopt in 1881 grond voor een tempel ten behoeve van boetedoening, om de Heilige Familie vergiffenis te vragen voor de zonden van de goddeloze moderniteit. Nadat twee andere architecten de opdracht teruggeven krijgt de dan volstrekt onbekende Gaudi eind 1882 de taak verder te werken aan een neogotisch concept. Hij aanvaardt de missie maar begint vanaf 1884 zijn eigen stempel door te drukken. Weg met die neo en met die gotiek. Hij wil een armenkathedraal doen oprijzen, die alleen met aalmoezen zal betaald worden, hij wil van architectuur beeldhouwkunst maken en omgekeerd, hij wil met ontelbare maquettes en schetsen een megawerf leiden.

In 1914, na ruim dertig jaar, is de Sagrada Familia nog altijd maar een bescheiden hoop stenen aan de rand van een groeiend Barcelona, omgeven door weiden, waar koeien grazen tot aan de voet van wat ooit torens moeten worden. Geldgebrek en de werkmethode van Gaudi vertragen het bouwen maar doen ook de bezetenheid van de architect exponentieel stijgen. Hij weigert elk ereloon, leeft alleen nog voor die kerk, gaat wonen op de werf, beweert dat “zijn Klant niet gehaast is” wanneer de werken weeral moeten stilgelegd worden en bedelt zelfs hoogstpersoonlijk voor giften. De uiteraard ongehuwd blijvende maniak houdt dit ziekelijk bestaan nog twaalf jaar vol, armoedig vastend, tot het noodlot onverbiddelijk toeslaat.

Gaudi wordt bijna honderd jaar geleden aangereden door een tram, krijgt geen hulp wegens geen centen noch papieren op zak en belandt uiteindelijk in een armenkliniek. De verlaten man overlijdt drie dagen later als een straathond.

Na een eeuw integreert Gaudi nog altijd. Vandaag wordt zijn nachtmerrie in een hoog tempo afgewerkt om klaar te raken in het symbolisch jaar 2026. Ontelbare werftoeristen blijven intussen opdraven om naar het fantasme te staren en de kassa luider dan ooit te laten rinkelen. Dankzij Payconiq-aalmoezen …

  • Deel dit artikel

Onze partners