Onze huiscolumnist Filip Canfyn merkt, net als iedereen trouwens, dat de beperking van energieverbruik meer en meer een issue wordt en dat de noodzaak van renovatie met dat doel een nobrainer wordt. Die nobrainer wordt zelfs letterlijk genomen: men gebruikt zijn verstand helemaal niet meer.
In 2019 hebben slechts 5% van de woningen hier een A-label (40% zelfs een E- of F-label) zodat vandaag ruim 90% tegen 2050 een energierenovatie nodig hebben. Zo’n energierenovatie zou gemiddeld 50.000 € kunnen kosten maar veel eigenaar-bewoners hebben het budget niet en nog meer eigenaar-verhuurders hebben de ambitie niet. Men renoveert hoogstens lepel per lepel en comfortverbetering krijgt voorrang op energiebeheersing. Onderzoek wijst bovendien uit dat meer dan de helft van de renovatiepremies belanden bij de 40% hoogste inkomens. Kortom, van de noodzakelijke renovatiegolf, die ook de modale én slechte woningen ingrijpend aanpakt, moet niet veel verwacht worden.
Pessimisme? Ja. Ik heb nooit veel vertrouwen in transitie indien sense of urgency en gezond verstand ontbreken. Meer nog, wanneer een collectief doel individueel moet gerealiseerd worden komt er niet veel van in huis.
Mijn vertrouwen krijgt nog een deuk na het lezen van een verse studie van de Universiteit van Cambridge, die 55.000 woningen doorlicht en aantoont dat het gunstig effect van meer isoleren, in casu, het besparen op energieverbruik, enkel op korte termijn werkt. Hoogstens vier jaar duurt het voor méér energie dan vroeger opgesoupeerd wordt. Isoleren gaat inderdaad veelal gepaard met comfortverbetering en zelfs met een uitbreiding van de woning, zodat gemiddeld reeds 16% meer energie verbruikt wordt na de werken. En het in eerste instantie besparen op energiekosten keert langzaamaan het gunstig effect om: het vrijgekomen budget wordt als excuus gebruikt om dan toch maar meer te verbruiken. De studie besluit dat ons macaber energieverbruik het gevolg is van een ernstig gedragsprobleem.
Mijn pessimisme wordt meer en meer realisme …