Filip Canfyn gaat op reis en neemt mee: zijn kritische bril en zijn bagage, maar lang niet zo veel als die 'tricheurs' met hun 'handenbagages'.
Ken je het fenomeen ‘eerstewereldproblemen’? Bijvoorbeeld de tweede zak chips moeilijk open krijgen omdat je handen vettig zijn na het verorberen van de eerste zak. Of een vierkante toast moeten beleggen met ronde schijven filet d’Anvers. Of tijdens het koken aan het eiland zoveel geproefd hebben dat het opeten aan de tafel niet meer lukt. Eerstewereldproblemen gaan niet alleen over eten. Ze bestaan ook met vliegen.
Onlangs deden we onze jaarlijkse driedaagse bedevaart naar Rome, de historische hoofdstad van de eerste wereld. We volgen steeds een vast stramien: 50.000 stappen, op zaterdag een warme wedstrijd van het Italiaanse rugbyteam, op zondag een guilty pleasure op het Vaticaanse plein, coole terrasjes, dampende borden, verleidelijke glazen, in breve, tempo per noi. Spijtig genoeg moet vooraf en achteraf gevlogen worden.
Het gaat mij niet om het uur, dat we bij het vertrekken moeten wachten in het vliegtuig omdat de motoren niet willen starten, of om het uur, dat we bij het terugkeren moeten wachten aan de balie omdat een groep niet kan inchecken. Ik baal wél van de zinloze domheid als gevolg van het collectief egoïsme, dat blijkbaar eigen is aan de huidige luchtvaartklanten.
Het begint al bij het concept ‘handbagage’. Lowcosters vonden dit uit om gewicht te besparen en beloofden de gebruikers een snelle in- en uitstap. Vandaag wordt een wedstrijdje gehouden: hoe ver kan je als passagier gaan met dat concept? De valies kan al lang niet meer in het stalen korset, dat maximumafmetingen oplegt. Bij de valies komen dan nog een rugzak, een handtas, een laptop en een hoop taxfreeproducten. ‘Handenbagages’ dus. Geruime tijd voor boarding time staan die overbeladen ‘tricheurs’ reeds te drummen aan de gate om toch maar met de eersten op het vliegtuig te kunnen. Dat moet wel want al die handenbagages moeten in de kastjes boven de zetels en die plaatsjes worden schaars gezien de tonnage, die door iedereen meegesleurd wordt.
"Geruime tijd voor boarding time staan die overbeladen ‘tricheurs’ reeds te drummen aan de gate om toch maar met de eersten op het vliegtuig te kunnen. Dat moet wel want al die handenbagages moeten in de kastjes boven de zetels en die plaatsjes worden schaars gezien de tonnage, die door iedereen meegesleurd wordt."
En dan begint het stomme circus aan de vliegtuigdeur. De eersten houden reeds iedereen op want ze zitten meestal vooraan in het toestel zodat ze tijdens het schikken van hun handenbagages de middengang blokkeren. De volgenden merken dat het kastje boven hun zetel reeds vol zit met de handenbagages van de vorigen en beginnen een nog leeg kastje te zoeken in de buurt van hun zetel. Nog meer oponthoud. De tweede helft van de passagiers, met meestal maar één conform valiesje, vindt nergens nog een plaatsje voor de bagage zodat het personeel alle kastjes opnieuw opent om toch maar een gaatje te vinden. Driedubbel oponthoud. Wanneer wij boarden, na dik een half uur aanschuiven in de tunnel, hebben we alleen nog een zetel. Geen nood, onze valies zit lekker in het ruim en we houden enkel een boek in de hand. Twee uur later zijn het trouwens die handenbagagesdebielen, die klappen na de landing.
Eerstewereldoplossing? Handbagage wordt weer handbagage en er wordt per zone opgestapt: eerst de laatste tien rijen, dan de volgende tien rijen, enzovoort. Volgorde gemist? Wachten tot het einde van de instapprocedure en dan rustig je plaats innemen. En de stoute kindjes mogen samen met de grote valiezen in het ruim, waar nu toch plaats over blijft.