Onze huiscolumnist Filip Canfyn valt niet van zijn stoel wanneer hij in de nieuwsbrief van Apache het artikel ‘Uitgebuite stagiairs en lage lonen besmetten architectuursector’ (Thibault Coigniez, 06.11.23.) leest. Hijzelf deed exact veertig jaar geleden zijn stage en moet vaststellen dat de onfrisse geschiedenis zich blijft herhalen.
De intro van het artikel snijdt onmiddellijk hout: “Achter architectuur met de grote A schuilt vaak een sociaal bloedbad. Uitgebuite stagiairs en lage erelonen zorgen voor betonrot in de sector. De Orde van Architecten incasseert de meeste kritiek. Maar de problemen liggen dieper.” De auteur baseert zich op getuigenissen van stagiairs, die uit schrik anoniem willen blijven maar unaniem durven klagen over lange stressvolle dagen voor een aalmoes, veelal onder het minimumloon. Waarom? “Om de hoge kosten en moordende concurrentie aan te kunnen, blijven architectenbureaus afhankelijk van een arsenaal aan goedkope stagiairs, met het statuut van zelfstandige. Zeker voor bureaus die opdrachten in de publieke sector via wedstrijden willen binnenrijven, houden deze schijnzelfstandigen de boel financieel overeind.” Volgens het jaarverslag 2022 van de Orde van Architecten werkt inderdaad slechts 8% van de 925 Vlaamse stagiair-architecten als bediende.
Ondertussen wordt met een dikke vinger gewezen naar die Orde, die het stagereglement opstelt en de stagecontrole uitvoert. In een persbericht repliceert de Orde: ze spreekt van een gedeeltelijke verantwoordelijkheid. “Lees: stagiairs moeten zelf betere loonvoorwaarden onderhandelen.” Orde of Wanorde, architectenbureaus (op uitzonderingen na) blijven alvast hun stagiairs te weinig betalen en te veel afbeulen. Meer nog, “bij de zogenaamde sterarchitecten is het echt een sociaal bloedbad. Stagiairs weten dat en toch trekken ze erheen voor hun five minutes of fame. In een sector waar naamsbekendheid wedstrijdkansen genereert en de concurrentie welig tiert, blijft de vermelding van een vermaard bureau een enorme troef op het portfolio.” En het uitbuiten van stagiairs wordt boudweg goedgepraat wegens de te hoge kosten van verloren wedstrijden en de te lage erelonen voor reële opdrachten.
Binnen veertig jaar zal ik er niet meer zijn maar kan deze column wellicht nog eens herhaald worden.