Filip Canfyn trekt binnenkort naar de Kapellekensbaan van Italië: het eiland San Giorgio Maggiore, waar de Biënnale van Venetië plaatsvindt.
Nadat de engel Gabriel Maria kond had gedaan van haar onbevlekte ontvangenis spoedde de moeder Gods zich naar haar zwangere nicht Elisabeth, die bij het horen van de blijde boodschap haar vrucht van vreugde voelde opspringen in haar buik. Wel, hetzelfde gevoel overviel mij toen ik onlangs voor het eerst van mijn leven op de website van het Vaticaan verwijlde en het persbericht las over de pauselijke architectuurplannen voor de Biënnale van Venetië dit jaar.
Op het halfgroene eiland San Giorgio Maggiore, met de basiliek van Palladio, mogen tien architecten, uit alle hoeken van de wereld, tien kapellen bouwen in een bos. Elk werkstuk moet een lessenaar en een altaar huisvesten binnen een beperkte maatvoering. Dit project laat zich inspireren door de iconische kapel (1920) van de Zweedse architect Gunnar Asplund op het kerkhof van Stockholm en dit fijnzinnig kunstje mag overgedaan worden door kleppers als Norman Foster, Eduardo Souto de Moura en tutti frutti. De locatie en de reeds gepubliceerde simulaties maken mij alvast zot, zo zot dat er inderdaad van alles in mijn buik gebeurt.
Het persbericht zelf klinkt alleszins gewijd. “De kapellen zijn als stemmen, die omgevormd worden tot architectuur en hun spirituele harmonie op het toneel van het dagelijkse leven laten klinken. Een bezoek aan de tien kapellen van het Vaticaan wordt een soort pelgrimstocht, die niet alleen religieus is. Het is een pad voor wie op ontdekkingstocht wil naar schoonheid, stilte, de innerlijke stem, de menselijke broederlijkheid van het samenzijn en de eenzaamheid van het bos, waar de natuur zich laat ervaren als een kosmische tempel.” En waarom als moederhuis van de Katholieke Kerk (voor de derde keer) deelnemen aan de Biënnale? “Vanuit het verlangen naar een hedendaagse ontmoeting tussen kunst en geloof, twee werelden, die in vroegere tijden dicht bij elkaar lagen maar later vreemden voor elkaar werden. De weg naar die ontmoeting oogt zwaar en complex door achterdocht aan beide zijden, aarzeling en zelfs schrik om de dingen nog erger te maken. De dialoog heeft in de architectuur wel al betekenisvolle stappen mogen zetten.” Franciscus himself krijgt uiteraard het laatste woord: “Wij moeten de moed hebben om nieuwe tekens en symbolen te ontdekken, nieuwe materie om met de wereld te communiceren, nieuwe vormen van schoonheid vanuit verschillende culturen, met inbegrip van die ongewone blijken van schoonheid, die misschien nietszeggend zijn voor de predikers maar toch vele anderen aanspreken.”
Het moge duidelijk zijn dat ik popel om naar San Giorgio Maggiore op bedevaart te gaan. (Mijn laatste bezoek aan de Biënnale dateert van 2010 ...) Dus al wie hetzelfde denkt, een reis op poten zet en nog een plaatsje over heeft (ik spreek Italiaans, ik draag valiezen, ik maak foto’s, ik vertel verhalen, kortom, ik doe alles om mij nuttig te maken), laat het mij weten, ik vergezel je graag op deze wellicht onvergetelijke trektocht langs de Kapellekensbaan. Doen! Ik meen het!