Onze huiscolumnist Filip Canfyn houdt al lang van het doen en denken van kunstenaar Koen Vanmechelen. Aan het begin van een nieuw decennium staat hij columngewijs even stil bij zijn kippen, Zonnebeke, Mario Botta en een muze. Na al het gebubbel en gebabbel van het jaareinde is het goed eens in andermans hart te kijken.
Koen Vanmechelen is uiteraard al twintig jaar de briljante geest achter The Cosmopolitan Chicken Project en beweegt zich op een intrigerende manier op zijn zelfbedachte raakvlak tussen kunst en wetenschap. Zijn wereldfaam maakt van hem een artistieke globetrotter, die een ongelofelijke bescheidenheid en openheid behoudt. En een enorme energie.
In Zonnebeke, bij het front van Passchendaele, bewijst Koen Vanmechelen in 2018 dat land art magistraal en monumentaal kan zijn. 600.000 handgemaakte beeldjes, één voor elke gesneuvelde van WOI, stromen uit een oerei over de grond, waaronder het soldatenbloed diep in het slagveld drong. Dit krachtig eerbetoon onder de noemer CommonWorldRememberMe wordt uiteindelijk ontsierd door kleinmenselijkheid. Het kunstwerk moet weg want “het zou wel eens overwoekerd kunnen worden door onkruid en verval” volgens de gestelde lichamen, die zo cynisch hetzelfde lot van de lijken van WOI miskennen. Koen schenkt gul de beeldjes aan wie wil en dan komen drommen ramptoeristen, met boodschappentassen in de hand, hun zakken vullen en het beeldjesveld plunderen. Parels voor de zwijnen.
Vanmechelen verhuist in 2019 naar LABIOMISTA, zijn atelier, permanente tentoonstellingsruimte en park op de resten van de dierentuin van Zwartberg. Mario Botta, die ooit zei: “Architectuur is het nooit eindend gevecht tussen mens en natuur, het gevecht om de natuur te overmeesteren, om de natuur te bezitten”, ontwerpt een significant deel van deze gebouwde ode aan de biodiversiteit. Mario Botta in Genk? Dat is een verhaal op zich. De architect koopt op de Biënnale van Venetië werk van Koen Vanmechelen. Enige tijd later komt hij naar Genk voor de opening van een kantoorgebouw van zijn hand en ontmoet daar toevallig Vanmechelen. Die verneemt dat Botta werk van hem gekocht heeft en vertelt hem over zijn plannen voor wat LABIOMISTA zal worden. De rest is geschiedenis.
Hierboven staat eigenlijk de parafrase van mijn recente babbel met Koen Vanmechelen. Hij is te gast op een gesmaakt event voor 150 architecten bij baksteenfabrikant Nelissen en ik mag er mijn boek Eren&Citeren voorstellen. Ik vraag aan mijn herboren vriend Juul Vanleysen mij voor te stellen aan zijn levenslange vriend Koen Vanmechelen. Koen vertelt, bijna terloops, aan het einde van ons gesprek dat hij net twee dagen geleden zijn vrouw begraven heeft. Ik val uit de Limburgse lucht, vanuit eigen ervaring beseffend wat hij doormaakt. Hij verliest zijn muze van vijfendertig jaar aan wrede kanker. “Zij die doodziek thuisbleef omdat ze hem graag zag”(*) rust in een eeuwige urne, met alleen haar geboortedatum maar zonder sterfdatum, in hún LABIOMISTA. Hij moet nu genezen, zegt hij, en ik druk stevig zijn hand bij het afscheid. Ik zal dit nog lang met mij meedragen.
*: Tijdens onze babbel komt ter sprake dat Koen zeer veel uithuizig en in het buitenland moet zijn tijdens de laatste ziektemaanden van zijn vrouw. Koen zegt daarover bijna letterlijk "en ik mocht niet thuisblijven van haar, hoe ziek ze ook was, want ze zag me graag."