Onze huiscolumnist Filip Canfyn heeft onlangs voor altijd afscheid genomen van Manhattan, het deel van New York dat zichzelf graag als slapeloze ‘stad der steden’ verkoopt. Hij beseft nu dat deze slogan niet voor een relevante toekomst maar voor een narcistische illusie staat. Vandaag schetst hij een algemeen beeld, volgende week fileert hij de lokale stedenbouw en architectuur.
In augustus 2015 maakte ik al in ‘New York Files’ bedenkingen na mijn eerste bezoek aldaar. Ik zag de segregatie, waarbij blanke middenklassers zich laten dienen door de voor hen laagwaardige Afro- en Hispano-medeburgers. Ik merkte de pedante levensduurte, die een dollar devalueert tot kleingeld voor wie er genoeg heeft en tot overlevingsfooi voor wie er geen heeft. Ik noteerde de verschuiving in de fastfooditis: de goedkope McDonald’s en Wendy’s maken plaats voor de prijzige keten(s) van Starbucks of Le Pain Quotidien. Ik schrok van dit gevaarlijk samenlevingsmodel.
In november 2019 kon ik in ‘Manman-hattan’, na mijn tweede bezoek, alleen maar vaststellen dat de zelfdestructie, hoe interessant en uitnodigend de stad haar ook voordeed, van kwaad naar erger ging. Ik hekelde toen reeds de obeliskmanie op zakdoekpercelen (zie volgende week) en de ecohypocrisie in wegwerpborden (zie ook verder).
In oktober 2024 vind ik Manhattan vooral vermoeiend want chaotisch, confronterend, onverschillig, vals. Ongelijkheid werd normaal: de hogere inkomens doen alsof ze stedelijk samenleven met het Afro- en Hispano-proletariaat, dat ‘s avonds de facto verbannen wordt naar verre buitenwijken en vuile voedselbanken. De enige armen, die in Manhattan kùnnen slapen, zijn daklozen… Ondanks het grote aanbod aan metrotreinen, taxi’s en zelfs fietsen blijven de auto’s baas. Auto’s? Oversized exemplaren, bullebakken, die pretentieus ruimte opeisen, lucht verpesten en hittestress verhogen. Vet, suiker en zout in megaporties overheersen de menu’s, ook in de zogenaamd betere restaurants, en maken het straatbeeld dik. Toch zegeviert de schijnheiligheid rond ecologie en gezondheid: nog nooit zoveel fitnesszalen, organic foodtenten en TV-commercials voor geneesmiddelen gezien.
Een positieve noot? Corona heeft een gunstige impact op het stedelijk weefsel gehad. Meer en meer krijgen (snack)bars terrassen op het voetpad en worden in de openbare ruimte kleine oases gecreëerd door gewoon wat stoelen en tafeltjes te plaatsen, die kalmte bieden zonder te moeten consumeren. Top of the bill blijven de vele parken, die hun groene rol voor lijf en longen bevestigen: Central Park, High Line, Bryant Park, Washington Square Park, Union Square Park, … Sinds 2021 komt daar Brooklyn Bridge Park als natuurlijke magneet bij. 34 hectaren langs de Hudson, aan de overkant van Manhattan, werd superkwalitatief aangelegd tot wandel-, rust-, sport- en speelruimte (met panorama) voor gezinnen met kinderen maar zonder tuin. Middenklassers natuurlijk, want de anderen moeten voor hen werken in plaatselijke keukens, winkels en parkeergarages.
Eerste conclusie? Manhattan wordt langzamerhand een westers Dubai, dus even leeg en zinloos als samenlevingsmodel. Hier wordt bewezen dat stedelijkheid grenzen kent, dat een stad zonder inclusiviteit en gezond verstand een reservaat voor ’collectieve egoïsten’ met centen wordt.