Niettegenstaande zijn neiging tot starchitecture en megalomanie, kan Bjarke Ingels bij Filip Canfyn niet meer stuk. Maar de documentaire ‘BIGTime, the feature’ is voor onze huiscolumnist toch reden tot (kop)zorgen.
Ik heb nog eens ‘Yes is More – An archicomic on architectural evolution’ (Taschen, 2010) doorgenomen, waarin BIG (Bjarke Ingels Group) stripverhaalgewijs vertellen over het hoe en waarom van hun architectuur. Bjarke Ingels (°1974) en Julien De Smedt (°1975), die elkaar net voor de eeuwwisseling bij Rem Koolhaas leerden kennen en in 2001 het architectenkantoor PLOT oprichtten, werden in één klap wereldberoemd als ontwerpers van een als tijdelijk bedoeld houten zwembad in Kopenhagen: Islands Brygge Harbour Bath. Wat later volgden het magistraal golvende dak boven een boothuis en de subliem watervallende dakterrassen boven een parkeergarage: Maritime Youth House Sundby Harbour en Mountain Dwellings Orestad. Nog wat later scheidden hun wegen terwijl in 2005 BIG werd gebaard.
Ik heb Bjarke Ingels twee keer ontmoet op WAF (World Architecture Festival) 2008 en 2009 in Barcelona, die ik voor A+ mocht verslaan. Toen jong en sprankelend, genietend van het respect en de aandacht, halverwege tussen schuchter en zelfzeker. Hij zat in 2009 in de jury van de woonprojecten en tijdens de presentatiesessies, die samen een ganse dag duurden, vroeg hij aan elke kandiderende architect wat hij in zijn ontwerp voor kinderfietsjes en te drogen wasgoed gedaan had. Het korte bange antwoord liet zich telkens raden en Bjarke kon bij mij niet meer stuk.
Zijn boek viel mij daarom een beetje tegen. Zijn werk oogt magnifiek (vooral wat hij met kompaan Julien gemaakt heeft) maar Bjarke legt ook een onvermoede neiging tot starchitecture en megalomanie bloot. Meer nog, hij lijkt alles goed te kunnen uitleggen, ook dubieuze opdrachtgevers, smakeloze budgetten of onverantwoorde bouwlocaties. Terzelfdertijd blijf ik mijn hoed afdoen voor zijn bezorgdheid en zorgvuldigheid bij de uitoefening van zijn vak en voor zijn ongeëvenaard enthousiasme (yes!).
Ik schrok onlangs dan ook niet weinig bij het zien van de documentaire ‘BIGTime, the feature’ (2017). Bjarke is nu écht een starchitect, met eindelijk een vast lief maar eveneens met twee torenhoge problemen. Eén, zijn thuismarkt in Denemarken en bij uitbreiding West-Europa kalft af omdat de bouwheren daar zich verwaarloosd voelen gezien meneer de architect altijd in New York zit en steeds een assistentje stuurt. Twee, hij heeft domweg een baseballbat tegen zijn schedel gekregen en lijdt nu al een jaar aan een ondraaglijke chronische hoofdpijn, die hem belet te denken en te ontwerpen en die hem vooral rusteloos maakt met een al even chronische doodsangst. Hij ziet af maar stoppen is geen optie.
Bjarke kan bij mij nu weeral niet meer stuk omdat ik met hem te doen heb. De schrik voor het niet meer kunnen werken met je kop is te herkenbaar voor mij. (En hij is dan nog vijftien jaar jonger.)