Steen&Been nr. 50 (column Filip Canfyn): A perfect day

"De vijftigste column moet per definitie niét overroepen worden," vindt huiscolumnist Filip Canfyn.  "Columns staan immers voor langdurigheid en in die context heeft vijftig verre van eeuwigheidswaarde. En toch. Vijftig maakt altijd blij en vraagt daarom om wat meer franje. Bijvoorbeeld met een verhaal over een perfect day, zoals Lou Reed zou zeggen. Mijn perfect day weliswaar, nog niet zo lang geleden."

"Wakker worden met je geliefde in Rome in je favoriete hotel, in een rustige uithoek van Trastevere. Ontbijten met je kinderen, aangelanden en lekkernijen. De taxi nemen naar het noordwesten, naar MAXXI, het museum van de eenentwintigste eeuw. Als start kan dit al tellen.

Ik ben geen Hadid-fan maar één keer per jaar loop ik meer dan graag rond in deze kunsttempel met ongelooflijke ruimten en lijnen en bogen en ongerijmdheden. We hebben ook nog eens geluk: er loopt een interessante expo over Pier Luigi Nervi naast een spannende tentoonstelling over hedendaagse Turkse kunst terwijl een overdonderende installatie van Pedro Reyes de nagel boenk op de kop slaat.

Deze Mexicaanse kunstenaar kanaliseert zijn gepeperde woede over de Amerikaanse tolerantie rond wapens in een indrukwekkend orkest van instrumenten, die allemaal uit onderdelen van machinegeweren werden gemaakt en die mechanisch gestuurd door computers een percussiecompositie spelen. Het werk “Disarm (Mechanized)” doet wapens anders klinken om wakker te maken: “Elk jaar worden acht miljoen geweren gemaakt. De Amerikaanse wapenfabrikanten boeken al twee decennia lang elk jaar een gestage verkoopsgroei. Van de onbestaande beperkingen in de Verenigde Staten rond het kopen van wapens dragen wij in Mexico de gevolgen: geweren worden volop binnengesmokkeld zodat er de laatste tien jaar 100.000 doden vielen in de War on Drugs. Het is alsof wij wonen onder een appartement, waarin de eigenaars een zwembad gebouwd hebben, dat in onze nek druppelt. En wanneer er doden vallen wordt de schuld gelegd bij wie de trekker overhaalde, terwijl er geen sprake is van een publieke verontwaardiging of een culturele veroordeling van wie winst haalt uit de verspreiding van die wapens.”

Ik gebruik Zaha’s bochtenwerk steeds als uitvalsbasis voor wat weeral de hoogmis van zo’n dag moet worden, een rugbywedstrijd van de nationale Italiaanse squadra in Stadio Olimpico, op een boogscheut van MAXXI. Hoewel je Mussolini nog altijd angstwekkend voelt in de architectuur en vooral in de gestileerde naakte reuzen rondomrond de sportvelden van de jaren dertig leert de uitgelatenheid van 70.000 mannen, vrouwen én kinderen bovenal dat een sport, die zich vereenzelvigt met respect en fairplay, een verbondenheid schept, die de donkere geschiedenis en de dikke grenzen overstijgt.

Na de bruisende match stappen we, bij valavond, als jonge honden de kilometers af, helemaal terug naar Trastevere. We veroveren mentaal de stad en omgekeerd. We ruiken Rome, we betasten Rome, we inhaleren Rome. Een stad, die meesterlijk overmeestert. Een stad, die zichzelf en ons verlicht.

Het orgelpunt wordt traditioneel gezet rechtover ons hotel, waar Paolo in zijn trattoria op ons wacht met ricotina, puntarelle, cinghiale, wijn uit Lazio en warmte uit Rome. Daarna is het tijd voor het zich overleveren aan de geheimen van de nacht, die zich lepeltjesgewijs zullen openbaren.

Dit vitaliserend eclectisme maakt mijn dag perfect: stad + architectuur + kunst + rugby + gastronomie + bovenal geliefden en onvoorstelbaar veel lachen. Kwaliteit met doorbloeding en emotie. Een samen-injectie van adrenaline en zuurstof. Om nog eens vijftig keer te herhalen. Wat trouwens verwaarloosbaar is in een eeuwige stad."

Deel dit artikel:
Onze partners