Onze huiscolumnist Filip Canfyn volgt uiteraard met argusogen de discussie over de aanduiding van architectenteams, die in Gent mógen (niet meer dan dat) meedingen in ontwerpwedstrijden voor een opdracht. Hij kadert graag wie wat zegt en waarom.
Scherpe aria’s schallen weer binnen het navelstarende architectenwereldje. Het libretto dit keer vertelt over selectieheren, die met de Vlaamse en Gentse Bouwmeester als dirigent voor vier grote Gentse culturele projecten telkens vijf architectenteams gekozen hebben voor een ontwerpwedstrijd. En wat blijkt nu? Voor het Operagebouw zijn alleen combinaties met een buitenlands speerpunt weerhouden. BOEM Paukeslag daar ligt alles PLAT (Paul Van Ostaijen).
Leo Van Broeck reageert waardig op de kritiek. Hij wijst erop dat nationaliteit geen criterium mag zijn en dat de grote interesse van internationale spelers voor ons wedstrijdforum nu eenmaal te danken is aan ons succesvol architectuurbeleid.
Sofie De Caigny mag natuurlijk als directeur van het Vlaamse Architectuurinstituut niet uit haar rol van lobbyist vallen. Het weze haar dan ook vergeven dat ze wat op twee benen hinkelt: blij zijn met het binnenhalen van internationale ideeën en met de aanwezigheid van Vlaamse architecten in het buitenland maar eigenlijk niet verdragen dat buitenlandse architecten hiér doen wat Vlaamse architecten dààr doen.
De genante solist heet Marc Dubois. Hij speelt geen rol maar de man. Hij meent de Vlaamse Bouwmeester te moeten afschieten omdat die het brein zou zijn achter deze schande en de erfenis van bOb alias Open Oproep zou verkwanselen. De criticus haalt hoge noten boven tegen Leo Van Broeck, die dùrft te denken dat in Vlaanderen geen expertise voor het verbouwen van een operahuis bestaat. Die ónze architecten geen toegang tot de lokale markt verleent maar ook geen steun voor buitenlandse promotie verleent. Die niét gelooft in ‘eigen architecten eerst’.
Spijtig genoeg haalt Dubois zelf een pijnlijk voorbeeld van het tegendeel aan. Hij refereert naar de onervarenheid van Robbrecht & Daem, twintig jaar geleden, ten tijde van de ontwerpwedstrijd voor het Concertgebouw in Brugge. Dat had hij niet beter niet gedaan. (Voor alle duidelijkheid, ik ben een grote bewonderaar van de stedelijke kracht van dat Concertgebouw maar daar gaat het nu niet om.)
Toen werden uit 41 kandidaten 8 architectenteams geselecteerd om een ontwerp uit te werken. Drie laureaten werden gekozen. Geen enkele buitenlandse architect viel in de prijzen, dus noch Coenen noch Eisenman noch Kurokawa. Wel drie lokale vedetten. Beel-Achtergael op drie. Neutelings-Riedijk (toen halve Vlamingen) op twee. Robbrecht-Daem op één. Zelfs A+ had kritiek op het totaal gebrek aan internationaal karakter van de jury. En raad eens wie een prominent lid van die jury was en volgens insiders hard pleitte voor de lokale chouchous? Marc Dubois.
Kortom, Marc Dubois heeft geen punt maar alleen heimwee naar zijn eigen verleden van ons-kent-ons. En operette moet zich niet meten met opera.