Onze huiscolumnist Filip Canfyn brengt hulde aan de overleden Maria Paula Figueiroa Rego (1935-2022), de Portugees-Britse kunstenares, die sinds haar overzichtstentoonstelling vorig jaar in Tate Modern willens nillens een startist werd. Haar oeuvre is letterlijk zo indrukwekkend dat het pijn aan de ogen doet.
Zoals Frida Kahlo in haar werk worstelt met haar verwoest lichaam en haar verwoestende man-kunstenaar wil Paula Rego in haar schilderijen en grafiek de strijd aangaan met naweeën van vroegere herinneringen en latere ervaringen. Opgegroeid in het orthodox katholiek en fascistisch Portugal van Salazar, opgevoed door haar oma omdat haar ouders carrière willen maken, opgeleid aan kunstscholen in Engeland en niet bestand tegen een bestaan met een wankele man-kunstenaar verzamelt ze in haar hoofd en haar vingers een morbide schatkamer aan verhalen, die ze ooit zal vertellen met pen of penseel. Ze neemt haar tijd, vooral na de dood van haar Victor Willing, die na een slopende aftakeling in 1988 overlijdt aan multiple sclerose. Dan spuwt haar krater de lava van haar leven. Religie, ontrouw, verdrukking, schijnheiligheid, alles moet er aan geloven en zelfs kinderrijmpjes en sprookjes worden provocerend op doek of papier gestort. Wraak, wrangheid, wreedheid, die met een uitmuntend vakmanschap sterke beelden worden. Paula Rego roept veel adjectieven op: magisch-realistisch, verwarrend, scherp, sarcastisch, raadselachtig, luguber, doodeerlijk. Haar reeks over clandestiene abortus, die ze als ervaringsdeskundige bijna met haar eigen bloed maakt, doet haar verstard moederland uiteindelijk toch kantelen tijdens een referendum, die deze onterende praktijk verleden tijd maakt.
Het aan haar gewijd museum (2009) in Cascais bij Lissabon krijgt niet voor niets de naam Casa das Historias, huis van verhalen, en wordt niet voor niets een meesterwerk van Eduardo Souto de Moura, huis van vertrouwen. Ik ga er weer heen in september en ik zal Paula Rego, die in alle betekenissen krachtige vrouw, van jullie allemaal de groeten doen.