Onze huiscolumnist Filip Canfyn komt (uiteraard) terug op de Gentse volksraadpleging rond betaalbaar wonen. Hij ziet maar één verrassing, al de rest bewijst slechts wat bewezen moest worden.
De Gentse volksraadpleging rond betaalbaar wonen (8 oktober 2023) krijgt een opkomst van ruim 12% en bijna 80% van de opgedaagde burgers stemt ‘ja’ op beide vragen.
De enige verrassing van dit referendum is dat het opkomstminimum gehaald wordt. Dit is, ironisch genoeg, te danken aan 6.425 van de 7.300 neen-stemmers, die zich verwaardigden om hun morgenpistolet of middagaperitief op te offeren uit tegendraadsheid, om welke reden dan ook. Zij hebben de participatieve meubelen gered.
Natuurlijk is het geen verrassing dat bijna 80% ‘ja’ stemt. Voor dat doelpubliek is het referendum immers gemaakt.
Natuurlijk is het geen verrassing dat de organisatoren spreken van een overwinning van de democratie, van een signaal dat de Gentenaar wakker ligt van betaalbaar wonen en een oplossing verwacht van ‘de politiek’. Daarom hebben ze dat referendum immers bedacht.
Natuurlijk is het geen verrassing dat de impact van deze bevraging onduidelijk is. Ze is immers niet-bindend.
Natuurlijk is het geen verrassing dat de Gentse burgemeester ook spreekt van een signaal en betaalbaar wonen uitroept tot de gedeelde zorg van de Gentenaars en het stadsbestuur. Volgend jaar wordt immers ‘voor echt’ gestemd.
Natuurlijk is het geen verrassing dat de minister van Wonen het woord ‘signaal’ weliswaar in de mond neemt maar vooral duidelijk maakt dat de cijfers hem niet overtuigen, dat hij zijn huidige beleid niet zal aanpassen, dat de in het referendum voorgestelde oplossingen fout zijn en dat er al veel geld naar sociaal wonen gaat. Hij blijft immers vasthouden aan zijn ideologische keuze.
Natuurlijk zal het geen verrassing zijn dat er nog wat beloften rond betaalbaar wonen zullen verschijnen in de verkiezingsprogramma’s en bestuursakkoorden maar dat het vanaf pakweg eind 2024 weer stil en vooral business as usual wordt. Als signaal voor de 90% van de burgers, die niet of niet ‘ja’ stemden. They don’t care. Immers.