Onze huiscolumnist Filip Canfyn leest met veel interesse ‘Samen stad gebouwd’, het rapport (2017-2023) van Peter Vanden Abeele, de eerste stadsbouwmeester van Gent. Vooral de bedenkingen in een ‘externe’ bijdrage van Els Vervloesem trekken de aandacht.
Ik citeer uit ‘Parler-vrai, zoals de stadsnar’, waarin Els Vervloesem, zoals altijd, eruditie perfect combineert met zachtzinnigheid: “De stadsbouwmeester heeft een vrije en onafhankelijke positie. Hij kan vanaf de zijlijn invloed uitoefenen op het stedelijk beleid. Dat is een rol om te koesteren. Daarom is het van groot belang dat de stadsbouwmeester kan verbinden en een sterke visie op de toekomst heeft, dat hij mensen aan het denken zet, en ook bepaalde ontwikkelingen op een begrijpbare manier kan duiden. Maar de rol van stadsbouwmeester is soms ook dat hij af en toe tegen de schenen durft te stampen. Net als de stadsnar moet hij kunnen aangeven als hij ontevreden is en duiden wat niet goed gaat.”
Tot zover de theorie, denk ik dan.
“Die bijzondere positie van de (stads)bouwmeesters – met het ene been binnen en het andere been buiten het systeem – is niet onbesproken. Het is ook niet verwonderlijk dat de ruimte die een (stads)bouwmeester kan innemen nauw samenhangt met het politieke klimaat. In tijden van onzekerheid, besparingen en verkiezingsdruk is het bouwmeesterschap al meer dan eens onder druk komen te staan. (…) In sommige steden dreigt de stadsbouwmeester als een verlengstuk van de politiek te worden gezien.”
Voorzichtige Els laat tussen de lijnen en in een voetnoot lezen dat ze het niét over Gent heeft.
“In Gent is het stadsbouwmeesterschap nog pril (…). Het uitdagen van de mogelijkheden en botsen op de grenzen van wat een stadsbouwmeester vermag is nog volop aan de gang. Eigen en lovenswaardig aan de Gentse stadsbouwmeester is dat hij het publieke debat niet schuwt.”
Ook hier blijft Vervloesem impliciet: het is niet omdat de (stads)bouwmeester de discussie openlijk aangaat dat hijzelf zijn positie ondergraaft.
“Aan de ene kant is het cruciaal dat een stadsbouwmeester zijn stem durft te verheffen, tegelijk is het ook van belang om het vertrouwen van de politiek niet te verliezen. Dat lijkt in Gent voorlopig aardig te lukken.”
Ik zal dan maar zelf explicieter besluiten: het is de verdienste van de Gentse stadsbouwmeester dat hij weegt op het stedelijk beleid, en dat engagement blijft verzekerd, maar het zal van het volgende stadsbestuur afhangen of hij het goede werk kan verderzetten.