Steen & Been: Standaardtaal

Onze huiscolumnist Filip Canfyn brengt, als fervente kranten- én boekenfan, hulde aan 70 jaar ‘De Standaard der Letteren‘. En wat heeft die literaire katern met architectuur te maken? Veel. Vroeger toch.

Vanaf 12 april 1952 wordt de toen nog AVV-VVK-krant verrijkt met ‘De Standaard der Letteren’, een culturele bijlage op zaterdag, die literatuur, plastische kunsten, muziek én architectuur aandacht wil geven. Een krans van academici, schrijvers en één architect, Huib Hoste, moet borg staan voor een hoge inhoudelijke en stilistische kwaliteit.

In dat allereerste nummer (twee krantenbladzijden, die in die dagen nog een tafellakengrootte hebben) staan twee artikels over architectuur. Het eerste vertelt een fait divers: een architectuurstudent in Milaan, die een thesis maakt over oude kerken, dient geen dikke papierboek in maar een lange filmrol. Hij kent dan al de kracht van het beeld.

Een tweede stuk, van ene K.-N.E., krijgt de titel ‘Le Corbusier gehuldigd’ blijft de moeite om hier opnieuw af te drukken.
 

In afwachting dat zij te Parijs een tentoonstelling van de grote Frank Lloyd Wright kunnen bewonderen, hebben de Fransen hun vermaarde bouwmeester en theoreticus Le Corbusier gehuldigd. (Men weet dat Le Corbusier feitelijk Zwitser is, doch zich reeds vroeg in Frankrijk vestigde en er zich, niet alleen in de architectuur doch ook in de schilderkunst, helemaal assimileerde. Zijn ware naam: Pierre Jeanneret.)

Dit huldebetoon had iets piquants: het voorzitterschap werd waargenomen door Auguste Perret, Frankrijk’s tweede beroemdheid in de wereld der architectuur, maar vele jaren lang de verwoedste tegenstrever van de gevierde. Thans zijn beide vechthanen – die elkaar zelden gespaard hebben – op leeftijd gekomen; alles wordt opgelost in een beminnelijke glimlach.

Inmiddels kunnen wij met een beetje heimwee aan Henry van de Velde denken – de schitterende prof, de geniale architect, de veelzijdige animator, de denker. Schrijft of leest men de naam Auguste Perret, dan moeten ingewijden wel willens nillens aan Henry van de Velde denken: ooit heeft deze laatste een ophefmakend verweerschrijft moeten publiceren om zich tegen de aanmatigingen van de Fransman te verdedigen; deze had heel eenvoudig een theaterplan van de Vlaming geplagieerd …

Ja, Henry van de Velde is een Vlaming. Nog een paar jaren en de jongste generatie onzer intellectuelen en kunstenaars zal dat niet eens meer vermoeden. Wij zijn meer dan eens ondankbaar jegens van de Velde geweest, bij zoverre dat men hem in de USA al eens een … Duits architect noemt. Wij hadden nu eens een figuur van volstrekt internationaal formaat en wij maakten het hem onmogelijk, wij joegen hem over de grens. Wanneer een hulde aan Hernry van de Velde? Het wordt meer dan tijd dat wij hem in ons patrimonium reïntegreren. Al ware ’t slechts de naam. Want gebouwen repatrieert men nu eenmaal niet …
 

Grappig, het onderwerp krijgt amper enige lijnen, de akkefietjes lopen met de tekst weg. Dan al (bis). Bovenop het gekrakeel tussen Corbu en Perret wordt allusie gemaakt op de ruzie tussen van de Velde en Perret over het ontwerp voor het Parijse Théatre des Champs-Elysées in 1910. In mijn column ‘Auguste’ (06.09.21.) heb ik het daarover al gehad. Ik hou namelijk ook van architecturale akkefietjes.

Deel dit artikel:
Onze partners