Onze huiscolumnist Filip Canfyn vertelde al bijna vier jaar geleden (in ‘Waar een wi(e))l is … (bis)’) dat hij elektrische deelsteps verafschuwt en verheugt zich daarom op het nakende verbod in Parijs. Wordt dit het begin van het einde van deze tweewielige pest?
Les Parisiens hebben in een burgerbevraging bijna unaniem ‘non’ gezegd tegen de elektrische deelsteps. Ondanks de zeer lage opkomst werd voluit bevestigd wat het stadsbestuur al zelf aangevoelde: genoeg overlast, genoeg chaos, genoeg ongelukken. De drie verhuurbedrijven krijgen geen contractverlenging vanaf 1 september voor hun 15.000 stuks. Als maximale snelheden en gelimiteerde dropzones niet werken, dan moeten hardleerse piraten maar gestopt worden met een volledig verbod. Eigen schuld, dikke bult.
En wanneer het regent in het grote Parijs, dan voelt het kleine Brussel de bui al hangen. Daar staan, liggen en rijden trouwens 23.500 (!) exemplaren van 8 spelers, goed voor 4 onnodige doden in 2022. Met andere woorden, wat geldt voor Parijs telt dubbel voor Brussel. Compris?
Ik schreef het al in juni 2019: “We worden ijverig bediend door de deel-profeten, die steps met gulle hand (en mercantiel doel) op straat pleuren. Met deze commerciële verapping van onze mobiliteit kunnen de publieke wandelruimte en de voetganger nu helemaal vogelvrij verklaard worden: wie niet moet wegspringen voor een snelheidsduivel op twee wieltjes moet toch opletten om niet te struikelen over een ad random achtergelaten rijtuig. Onderzoeken tonen hilarisch aan dat slechts 3% van de deelsteppers anders de auto zouden nemen. 60% zouden sowieso stappen, 15% fietsen en 15% bussen. Die ecologische communicatie rond dat speelgoed is dus slechts greenwashing voor een te verpatsen mobiliteitsproduct. Weg met die handel!“
Ik lees dat reeds miljarden durfkapitaal opgesoupeerd werden door dit vermeende groeimodel, dat nog nergens batig wordt. Wordt Parijs de wereldwijde turning point? Toegegeven, de deelstep had een goedkope en soepele alternatieve mobiliteitstool kunnen worden maar verpestte het wegens onveiligheid voor gebruikers en anderen, wegens verrommeling en verwaarlozing. De deelstep zelf is niet het probleem, wel de attitude van de gebruiker. Primo, een deelstepper gedraagt zich als een superieure automobilist tegenover zwakke stappers, zelfs op voetpaden en in winkelwandelstraten. Secundo, een deelstepper gedraagt zich ook als een verwende consument: ‘niet meer nodig’ is een vrijbrief voor ‘mag overal gedumpt’, zonder enige empathie voor de publieke ruimte en voor de medemensen in die publieke ruimte. ‘Openbaar’ en ‘delen’ worden excuses voor asociale pretentie. De deelstepper heeft zo zijn eigen graf gegraven …