Onze huiscolumnist Filip Canfyn hoort op de radio dat het markaandeel van elektrische wagens in Europa gedaald is. Hoe is dit mogelijk in een tijd dat benzine en diesel naar de uitgang geduwd worden om evidente klimaatredenen?
De elektrificatie van het wagenpark moet zorgen voor minder uitstoot, energieverbruik, onderhoudskosten enzovoort. De voordelen op termijn zijn legio maar toch toont de Europese marktaandeelcurve een knik in 2023. Twee problemen worden aangevoerd als verklaring. Primo, de betaalbaarheid van de courante ampèremodellen laat te wensen over. Secundo, de infrastructuur slabakt: niet overal staan er laadpalen of is het net niét overbelast. De goedkopere hybride varianten, de zelfladers dus, kennen dan weer wel succes en kunnen nog de indruk hoog houden dat de consumenten toch zuiniger en ecologischer willen rijden.
En België vormt de uitzondering. Hier stijgt het marktaandeel van de elektrische wagen. Nogal wiedes: wie zich zo’n dure vierwieler kan veroorloven krijgt volop fiscale voordelen en prettige premies. De incentives doen hun werk en dat het klimaat er beter van wordt poetst het blazoen op van vooral gebruikers van salarisbakken. Die vormen immers de hoofdbrok van de autoverkoop en werkgevers doen wat de overheid vraagt, in ruil voor een royale aftrek. De dag dat die subsidiestroom opdroogt wordt wellicht ook de dag dat de lichten van het elektrisch feest gedoofd worden.
De broodnodige elektrificatie van het wagenpark wordt zo het zoveelste voorbeeld van een gebrek aan geïntegreerd en doortastend beleid, zodat aan een terechte klimaatambitie, als die er al is, alle duidelijkheid en daadwerkelijkheid ontnomen worden. Men kan geen tanker keren met ballonnetjes, cadeautjes en schouderklopjes.