Onze huiscolumnist Filip Canfyn bezoekt de architectuurtentoonstelling ‘Superstudio Migrazioni’ in CIVA Brussel (Kluisstraat 55, vlakbij Flagey in Elsene, nog tot 16 mei) en houdt daar uiteraard een column aan over.
Ik bezoek graag architectuurtentoonstellingen samen met niet-architecten (dit keer met mijn geliefde, dochter en schoonzoon): zij houden mij met mijn mentale voeten op de grond want ook ik durf mij al eens verliezen in een overmaat aan architecturitis, die het sop én de kool begint te waarderen. Hun bilan van de CIVA-expo ‘Superstudio Migrazioni’ klonk als een volleerde boutade: “Weinig werffoto’s”. Wat tentoongesteld wordt (langs een overigens boeiende coronaproof promenade) is inderdaad geïllustreerde theorie, met film, tekst, tekening, collage en maquette. Met niet-bouwen is uiteraard niets mis: Luc Deleu heeft bewust ook meer gepubliceerd dan gerealiseerd en zelfs starchitects als Rem Koolhaas en pupil Zaha Hadid hebben de eerste tien jaar van hun loopbaan veel meer geschreven en getekend dan gebouwd.
Superstudio is een avantgardistische groep uit Firenze, die tussen 1966 en 1978 de architectuur opnieuw wil uitvinden en intellectuele hoogtepunten kent in het Newyorkse MoMA (1972) en op de Venetiaanse Biënnale (1978). Binnen de radicale tijdsgeest gaan ze voor niet-bouwen en maatschappijverandering. Redeneren wordt gepropageerd als revolutionaire daad, concepten worden wapens tegen een systeemondersteunende architectuur. De CIVA-tentoonstelling, die met materiaal van het Centre Pompidou een overzicht van het geleverde denkwerk geeft, richt zich dus tot architectuurnerds en -exegeten. Nogmaals, daar is niets mis mee.
Wel vreemd is de latere carrière van Adolfo Natalini (1941-2020), medestichter van Superstudio. Die wordt een prominente exponent (zeker in Nederland) van het postmodernisme, om niet te zeggen van de patisserie-architectuur. Na niet-bouwen moet blijkbaar kneuterig bouwen komen. Dieptepunt van deze switch wordt Kasteel Zwaenenstede (2001) in Den Bosch voor het Haverleij-vastgoedproject, dat ik al in mijn column ‘Een Heulebrug te ver’ (7 april 2015) uitbundig sloopte. Tussen de holes van een golfbaan en volgens een masterplan van collega-banketbakker Sjoerd Sjoeters mochten architecten een woonkasteel ontwerpen. Grote namen als Michael Graves, Leon Krier, Claus & Kaan en spijtig genoeg ook Jo Crepain lieten zich eens goed gaan en Adolfo Natalini hing al helemaal de hofnar uit met zijn koekenbak. Dan maar liever géén werffoto’s.