Onze huiscolumnist spelt de fietsers in de stad een beetje de les: die moeten wat meer empathie tonen voor de voetganger, of de auto loopt met het spreekwoordelijke been weg.
Het Europees Parlement eist dat treinreizigers altijd en overal hun fiets kunnen meenemen. De NMBS zal het niet graag horen … Dit Europees signaal houdt alleszins een duidelijk pleidooi in pro tweewielers en ook pro openbaar vervoer. De noodzakelijke mental shift voor minder auto lijkt onomkeerbaar. Driewerf hoera maar toch moeten we goede afspraken maken met mekaar.
Voor alle duidelijkheid, transportgewijs heb ik goede geloofsbrieven. Ik bezig slechts sporadisch de auto (ik haalde mijn rijbewijs pas op mijn 28ste), ik rij dagelijks met trein en metro, ik fiets dolgraag maar te weinig en ik stap de kilometers aan elkaar. Kortom, ik lobby niet voor Febiac. Ik wens alleen dat de promotie van de fiets rekening houdt met de samenleving en de stad. Ik verklaar mij nader.
Ik heb het niet voor het huidig fietsergedrag in de stad: zelfzeker tot daar aan toe maar soms ook op de rand van asociaal en agressief. Ik sta achter het principe dat iedereen altijd voorrang geeft aan en hoffelijkheid toont voor de zwakkere weggebruiker. De auto moet empathie tonen voor de fietser, de fietser voor de voetganger. Ja toch? In werkelijkheid draait het veelal anders uit. Waarom stoppen fietsers niet voor een zebrapad? Waarom rijden ze (te snel) in winkelwandelstraten? Waarom gebruiken ze, op de fiets maar alsof ze te voet zijn, zelf dat zebrapad? Waarom beschouwen ze trottoirs ook als fietsterritorium? Het lijkt er op dat fietsers rancuneus weerwraak willen nemen op het auto-imperialisme door nu zelf het recht van de sterkste in praktijk te brengen tegenover de allerzwakste, de voetganger dus. Ik weiger dit te begrijpen, laat staan te beamen. Ik weet dat het in Amsterdam nog gevaarlijker is voor voetgangers maar deze aberratie moeten we hier niet volgen. Geef mij dan maar Kopenhagen, waar ze wél manieren hebben.
Trouwens, willen we de auto een toontje lager doen zingen, dan moet de fietser de bondgenoot blijven van de voetganger. Assertiviteit naar de auto toe moet niet ten koste gaan van de voetganger, want dat leidt alleen maar tot een desolidarisering ten voordele van de auto.