STEEN & BEEN. Wichelfile (Filip Canfyn)

Ook onze huiscolumnist Filip Canfyn neemt al eens vakantie en bergt zijn pen dan even op. Geen nood, hij haalt wat oude columns uit de gracht. Hij heeft er zelfs zijn werk van gemaakt: hij heeft hier en daar wat herschreven, om nog eens duidelijk zijn punt te maken. Deze week het laatste deel van de retrospectieve: column 293, ‘Wichelfile’ (4 oktober 2021).

Het is weer business-as-usual op de Vlaamse wegen. De spaarzame keren dat ik niet kan thuiswerken sta ik opnieuw lijdzaam in een zinloze file, zelfs buiten de spitsuren. Blijkbaar moet de pendelaar het rijk van de vrijheid vieren in zijn salarisbak, terwijl de motor stationair draait, tegen beter weten in.

Pendelen heeft trouwens twee betekenissen. Het eerste pendelen is een gewichtje aan een ketting boven een voorwerp uit zichzelf (zeggen ze toch) laten bewegen om vragen met ja dan wel nee te beantwoorden of om onvermoede energie te ontdekken. Dit pendelen hoort thuis in de wichelarij en de parapsychologie, zodat hier wat bedenkingen bij kunnen gemaakt worden.

Nog meer bedenkingen horen bij het tweede pendelen ofte ‘forenzen’ in het Noordnederlands: “het regelmatig heen en weer reizen tussen woon- en werkplek”. Hiermee worden geen vragen beantwoord, integendeel, noch energie gevonden, integendeel. Het hoort gewoon bij het gedragspatroon van de Vlaming, de wereldkampioen in deze categorie omwille van fiscale compensatie en verworven status.

Katrin Swartenbroux heeft in De Morgen ooit gewezen op wat ze haar favoriete taalfout noemt: het combineren van het hulpwerkwoord ‘gaan’ met het bewegingswerkwoord ‘gaan’. Een voorbeeld? “Ik ga gaan werken.” Een slecht voorbeeld want in Vlaanderen wordt dat: “Ik rij rijden werken.”

Na de verplichte coronarust en de verworven thuiswerkrage is het hek weer van de dam en staat de pendelbeweging opnieuw stil, aanschuivend tussen carport en parking. Waarom toch? Leren we dan niets van die virale kloteperiode? Neen, en we kunnen het bovendien goed uitleggen. Les excuses sont faites pour s’en servir. Katrin Swartenbroux gaf in hetzelfde krantenartikel aan dat pendelen echt gemist werd. Haar vriendin noemt het een uur van decompressie. “Tijdens de lockdown heb ik beseft hoeveel winst ik uit dat uur haalde. Het is tijd die ik invul hoe ik zelf wil, tussentijd, tijd voor mezelf.” Na eeuwen van beschaving kunnen we alleen maar tijd voor onszelf maken als we in de auto zitten en in de file staan. Thuis, op de sofa of op het terras, lukt dat blijkbaar niet meer. Beschaving?

Deel dit artikel:
Onze partners