Onze huiscolumnist Filip Canfyn gaat in een centrumstad luisteren naar de publieke voorstelling van een ambitieus woonplan, dat bijna twee jaar lang uitgedokterd werd door een ontwerpteam in opdracht van een ervaren schepen. Zijn ergernis neemt gaandeweg toe en hij verlaat de zitting na de vierde zogenaamde beleidspijler. Kan dit nu echt niet anders én beter?
Een volle zaal wordt vakkundig getrakteerd op een met klank en beeld gelardeerd betoog over het doen en vooral laten rond wonen. De ballon lost altijd maar meer lucht. Pijler één: verbonden buurten. Blablabla. Pijler twee: intergenerationeel en gezinsvriendelijk wonen. Blablabla. Pijler drie: woonkwaliteit. Blablabla. Het woord ‘woonmarkt’ valt regelmatig maar dat wonen net daarom gestuurd wordt vanuit een marktlogica mag blijkbaar niet gezegd worden. Neen, het gaat constant over “wij willen dit” en “wij willen dat”, alsof een beleid vandaag meester is over dat marktgebeuren. Zo’n beleid vereist trouwens geen ballon maar ballen.
Ik wacht nog op de vierde pijler: betaalbaarheid. Wat voorziet het woonplan om de groeiende woononbetaalbaarheid voor de kleine helft van de burgers (starters, modale verdieners, key workers, ééninkomenhuishoudens, …) te counteren? Eén, meer sociale woningen. Ja? Zolang dit schrale aanbod niet fundamenteel opgeschaald wordt verandert de globale onbetaalbaarheid niet. Twee, een marktverhuurkantoor. Ja? Het gaat over niet-sociale maar goedkope woningen voor een paar tientallen huurders, dus die betaalbaarheidshefboom werkt amper. Drie, meer wooncoöperaties. Ja? Zelfs al gaat die trendy vlieger op en wordt zo’n formule echt betaalbaar, dan nog blijft dit kwantitatief gemorrel in de marge. Om de cynische wereldvreemdheid helemaal op de spits te drijven wordt volgende publieksvraag gelanceerd als punt achter de pijler ‘betaalbaarheid’: “Stel dat je een huis hebt met een tuin, welke supplementaire functies ben je bereid te delen?” Hallo? Het huidige betaalbaarheidsprobleem gaat nu net over het niét hebben van dat huis …
Ik sta stilletjes op en verlaat zwaar teleurgesteld dit feest voor twee jaar woononderzoek. Blablabla. Het gaat mij zelfs niet over die stad, dat ontwerpteam, die schepen. Het gaat mij over alle steden en gemeenten, die in het beste geval al twintig jaar in verkiezingsbrochures en beleidsdocumenten dezelfde blablabla verkopen als woonplan. In het slechtste geval maken ze zelfs geen woonplan en liggen ze niet wakker van bijvoorbeeld die woon(on)betaalbaarheid. Dat zijn misschien de eerlijkste steden en gemeenten, die gewoon de markt zijn gang laten gaan en linten doorknippen, woon(on)betaalbaarheid of niet. Ze kunnen zelfs de zuinigste steden en gemeenten worden als ze gewoon de blablabla van de centrumstad in kwestie overnemen, zónder voor twee jaar onderzoek te betalen.
Intussen wordt wonen-voor-iedereen minder en minder de bestaansreden van een stad (of gemeente).