Steen & Been: Zomergast

Onze huiscolumnist Filip Canfyn weet dat elk jaar, zodra architectura.be de vakantietrom roffelt, het traditionele Zomergasten-seizoen van VPRO start. In 2021 mag Floris Alkemade, de Nederlandse Rijksbouwmeester, dit televisiefeest voor geopend verklaren.

Floris Alkemade (°1961) wordt opgevoed door Noordbrabantse huisartsen en Vlaamse Salvatorianen, werkt 18 jaar voor OMA, start zijn eigen kantoor in 2008 en mag zich sinds 2015 Rijksbouwmeester noemen. Deze functie vult hij dubbel in: zowel bezadigd en beminnnelijk als bemoeizuchtig en bewustmakend. Zijn Koolhaasperiode laat duidelijk sporen na. Gecontroleerde rustigheid is zijn clever antwoord op het schreeuwen en met deuren slaan van Rem: “Hij deed dat nooit bij mij omdat hij wist dat het bij mij niet werkte. Dat ikzelf niet schreeuwde werd mij wel eens verweten, alsof ik niet betrokken zou zijn. Rem heeft veel genialiteit maar weinig sociale intelligentie.” Toch wil Alkemade ook vernieuwen, overtuigen, doorwegen, al betekent dat vechten tegen de angst voor transitie en tegen de drang naar zekerheid. Hij moet tegen de stroom in gaan omdat het niet anders kan: architectuur staat voor verandering en wordt daarom als een probleem gezien, dat de overzichtelijkheid van het verleden bruskeert.

Zijn bewustmakende bemoeizucht breekt hem de laatste tijd wat zuur op en daarom snijdt Zomergasten het Binnenhof-debat aan. In 2014 wordt uit noodzaak een onderhoudsdossier voor de gebouwen van de Nederlandse Kamer en Senaat opgemaakt, dat evolueert naar een “sober maar doelmatig” renovatieplan om onder leiding van de Rijksbouwmeester budgettair en inhoudelijk uit de hand te lopen, althans volgens vele politici. Alkemade wordt verweten een ex-OMA-collega, Ellen Van Loon, als coördinerend architect naar voor geschoven te hebben. Zij krijgt ruzie met Pi De Bruijn, de architect van de nieuwbouw uit 1992, en moet vertrekken. Alkemade wordt verweten met zijn interventies slechts voor uitstel en meerkosten te zorgen zodat men in 2021 nog nergens staat. Alkemade wordt verweten onderduims de almacht van de architect te willen vestigen.

Alkemade slaat bezadigd en beminnelijk hard terug op die zondagavond. Hij verwijt op zijn beurt de politiek alleen maar aan kortetermijndenken te doen, de complexiteit van een ontwerpopgave niet te kunnen doorgronden, te verlammen vanuit de schrik voor de perceptie dat architectuur maar verspilling is, te capituleren voor de angst voor verandering. Hij toont even empathie met de zin “architecten en politici moeten elkaars taal leren spreken” maar verklapt niet welke taal volgens hem voorrang moet krijgen.

Ja, weeral een boeiende Zomergasten, met uitdagende maar beleefde uitspraken als “de schoonheid van de architectuur zit in de intelligentie van de ingreep”. Blijkbaar moet ‘ingreep’ wel eens veranderd worden in ‘aanpak’.

Deel dit artikel:
Onze partners