Studiedag rond energie-efficiëntie: hoe maakt Vlaanderen EU gelukkig?

Energy Saving Pioneers en Bond Beter Leefmilieu organiseerden op 20 september in het bezoekerscentrum van het Vlaams Parlement in Brussel een studiedag rond energie-efficiëntie. Ze deden dat in samenwerking met OVED, Energik en Pixii en met steun van het Vlaams Parlement en sponsors boydens engineering en Encon. Centraal stond de vraag hoe Vlaanderen zal bijdragen aan de ambities van de EU om 32,5% energie te besparen en het aandeel van hernieuwbare energie in de totale productie te doen stijgen naar 32% tegen 2030. Beleidsmakers, energiespecialisten en al wie interesse heeft in energie-efficiëntie waren welkom.

Energy Saving Pioneers is opgericht in 2014 als een coalitie van voorlopers in energiebesparing, gefaciliteerd door Bond Beter Leefmilieu. De groep bestaat uit vooruitstrevende bedrijven en de milieubeweging. De coalitie informeert beleidsmakers omtrent socio-economische meerwaarde en klimaatwinsten van energiebesparing en ijvert voor een ambitieus Belgisch energiebesparingsbeleid. En niet zomaar: eind vorig jaar sloten de Europese instellingen een akkoord over de herziening van de energie-efficiëntierichtlijn. De EU wil 32,5% energie besparen tegen 2030 en 32% van de totale energieproductie moet tegen dan hernieuwbaar zijn.

Wat kan Vlaanderen doen om die energie-efficiëntierichtlijn te implementeren? Welke maatregelen kunnen worden genomen op vlak van gebouwen, industrie en mobiliteit? Dat wat de insteek van de studiedag, die kon rekenen op heel wat belangstelling van beleidsmakers, energiespecialisten en andere geïnteresseerden.


Gebouwen prioriteit nummer één

Na een inleidend woord van Benjamin Clarysse, beleidsmedewerker energie bij Bond Beter Leefmilieu, was het aan de Deense Niels Ladefoged van de Energy Efficiency Unit van de  Europese Commissie. Hij verving zijn collega Anne Katherina Weidenbach, die aangekondigd maar verhinderd was. “Energie-efficiëntie gaat over het slimmer omgaan met energie. Het gaat om een relatieve besparing ten opzichte van een business-as-usual scenario. Het is niet makkelijk om te vergelijken met een hypothetische situatie en daarom is er in tegenstelling tot hernieuwbare energie, nood aan uitgebreide regelgeving over wat in aanmerking komt en wat niet. Op Europees niveau zijn gebouwen prioriteit nummer één”, was hij duidelijk.
 

Op Europees niveau zijn gebouwen prioriteit nummer één
Niels Ladefoged van de EU-Energy Efficiency Unit


Tijdens de vragenronde aan het einde van zijn rede, kreeg Ladefoged volgende interessante vraag voor de voeten geworpen: “Circulaire economie is vandaag een hot topic, maar jullie lijken energie-efficiëntie daar los van te bekijken. Hoe proberen jullie beide te integreren? Want het houdt absoluut geen steek dat jullie die topics apart invulling geven.” Ladefoged verwees in zijn antwoord naar het heel recente verleden. “Op 10 september heeft verkozen Commissievoorzitter Ursula von der Leyen haar team en de nieuwe structuur van de volgende Europese Commissie voorgesteld. Drie uitvoerende vicevoorzitters kregen een dubbele functie. Eén daarvan is de Nederlandse politicus Frans Timmermans. Hij zal de werkzaamheden inzake de Europese Green Deal coördineren en daarnaast wordt hij verantwoordelijk voor het klimaatbeleid. Automatisch zullen het streven naar een zo circulair mogelijke economie en energie-efficiëntie dus samenvallen.”


250 huizen renoveren per dag

Vervolgens was het aan Stefan Scheuer van de Coalition for Energy Savings, die kwam vertellen hoe Europese lidstaten vanuit de Europese energie-efficiëntierichtlijn tot ambitieuze actie op het terrein kunnen komen. Hij was, niet geheel verrassend na de lezing van Ladefoged, duidelijk: “Tegen 2050 moet het totale Europese gebouwenpatrimonium gerenoveerd zijn. Die doelstelling gaan we niet halen met de huidige renovatieratio van 1%. We moeten absoluut naar 3%.” In de lezing van Quentin Jossen, die één van de drie afsluitende workshops voor zijn rekening nam, werd dat percentage geconcretiseerd. 3% van het bestaande patrimonium renoveren per jaar betekent 250 huizen per dag. Voor scholen betekent dat 100 per jaar, of 2 per week.

Daarna sprak Barbara Schlomann van het Fraunhofer Institut. Zij kwam de recente studie ‘Energy Savings Scenarios 2050’ voorstellen. Die studie beschrijft samengevat hoe digitalisering, deeleconomie en circulaire economie – vrij evident – tot ongeziene energiebesparingen kunnen leiden.

Net na de koffie nam ook Annemie Bollen, expert energie bij SERV het woord. Zij vertelde waarin in Vlaanderen naast gebouwen nog meer moet worden geïnvesteerd. “Niet alleen woningen, scholen en sociale huisvesting moeten worden verbeterd. Ook in energienetten- en installaties, De Lijn, fietsinfrastructuur, industrie en in groen-blauwe infrastructuur moeten we investeren.”


Drie workshops

Na de koffiepauze hadden de deelnemers keuze uit drie parallelle workshops over energie-efficiëntie in respectievelijk gebouwen, industrie en transport. Op de eerste, met als onderwerp ‘Renovatiestrategie in Wallonië: wat kan Vlaanderen hieruit leren?’, gegeven door Quentin Jossen, energy & climate change consultant bij Climact, gingen wij nog voor de studiedag al eens dieper in.

 

Deel dit artikel:
Onze partners