Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits kent 5,4 miljoen euro subsidie toe voor een nieuw innovatief opvangtehuis ontworpen door Studio Jan Vermeulen in opdracht van CAW Oost-Vlaanderen. Dit centrum integreert verschillende soorten opvang en crisishulpverlening in een vernieuwend project dat ook opengesteld kan worden voor de buurt. De innovaties bevinden zich op meerdere lagen waardoor de maatschappelijke relevantie ervan de toegepaste vernieuwingen in de zorgaanpak ver overstijgt.
Het CAW Oost-Vlaanderen vzw heeft een masterplan uitgewerkt waarbinnen het in 3 fasen haar patrimonium, dat vandaag verspreid ligt, wil herschikken en opwaarderen. Het project in de Gentse Muide-wijk is de eerste stap in het samenbrengen van hun crisisteam en de integratie van hun werking voor verschillende soorten opvang. Om dit project te realiseren werd in 2022 een wedstrijdprocedure uitgeschreven. Het team onder leiding van Studio Jan Vermeulen werd door een jury van experten, waaronder de Gentse stadsbouwmeester Peter Vanden Abeele, aangesteld als ontwerper.
Maatschappelijke ambities
De ambities van CAW Oost-Vlaanderen in deze wedstrijd waren duidelijk en helder: een nieuwe veilige haven bouwen voor mensen die daar nood aan hebben. De focus van het project ligt bij het maken van een plek waar je je heel even geen zorgen hoeft te maken; een plek waar je even geborgenheid en vertrouwen terugvindt die je elders hebt verloren; een tijdelijk huis waar mensen hulp en rust vinden alvorens weer in de maatschappij geholpen te worden.
Tegelijkertijd stond CAW Oost-Vlaanderen ervoor open om delen van de site ‘terug te gegeven’ aan de gemeenschap. Deze potentiële conflictueuze uitgangspunten werden de drijvende kracht in het ontwerpproces: een project dat zich sterk inzet voor de bescherming van zijn bewoners tegen de maatschappij, maar tegelijkertijd zijn ruimten wil openstellen voor diezelfde maatschappij.
Een stedelijk ensemble van gebouwen
Binnen de diverse en snel veranderende stedelijke context van het havengebied ten noorden van Gent, vormde de projectlocatie op de Meulesteedsesteenweg vroeger één geheel met de Sint-Theresia van Avilakerk, eerst als klooster en later als meisjesschool. Samen met de katholieke jongensschool aan de andere kant van het bouwblok draagt de site historisch gezien al het algemeen welzijn van de gemeenschap in zijn DNA.
Studio Jan Vermeulen stelt een ensemble van 5 gebouwen en 5 open ruimtes voor die subtiel, bijna onzichtbaar, enkele psychologische barrières definiëren om zo het gevoel van veiligheid voor de bewoners te vergroten. Het is een ensemble van gebouwen dat ook nieuwe betekenisvolle relaties creëert met de bestaande kerk, de jongensschool en de kleinere naburige huizen.
Een veilige haven in de stad
Het project bevat twee soorten onderdak voor ongeveer 60 personen: één zeer beveiligde opvang, georganiseerd rond een centrale binnentuin, en een ander meer open opvang met directe toegang tot de straat. Een tijdelijke thuis wordt geboden in de vorm van compacte 32 studioruimtes waarvan sommige gekoppeld kunnen worden tot grotere eenheden om te voldoen aan specifieke gezinssituaties. Naast verschillende types werkruimte voor het crisisteam bieden een reeks gemeenschappelijke ruimtes en enkele gespreksruimtes op de begane grond een plek om elkaar te ontmoeten, te spelen of voor overleg en ondersteuning. Het grotere polyvalente paviljoen in de tuin kan worden gebruikt voor bijeenkomsten door personeel, bewoners of opengesteld worden voor de buurt.
Het grootste gebouw, waarin de beveiligde opvang werd ondergebracht, vormt het hart van het opvangcentrum. Hier wordt hulp geboden aan zowel volwassenen als minderjarigen in een dringende noodsituatie. Qua schaal leunt het aan bij de pakhuizen in de wijk, maar ook bij de kerk en de jongensschool. Dit gebouw springt terug van de straat, net als de kerk. Op deze manier geeft het lucht, licht en groene ruimte terug aan de straat met haar smalle voetpaden.
Nieuwe groene ruimte
Langsheen de steenweg ontstaan er zo nieuwe stadszichten en krijgt de kerk (samen met het opvangcentrum) een betekenisvolle plek langs de steenweg. Tevens laat het toe om een nieuwe groene ruimte te maken die de Meulesteedsesteenweg verbindt met de grote tuin achteraan op de site. Deze tuin die deels ingericht is als voedselbos met stadslandbouw kan opengesteld worden voor buurtbewoners en lokale verenigingen.
De klassieke opvang voor dak- en thuislozen gebeurt in twee kleinere gebouwen die aansluiten op de naburige woningen. Deze twee gebouwen worden verbonden door een open trap- en liftstructuur die verschillende studio’s met elkaar verbindt. De toegang tot dit deel van het centrum gebeurt rechtstreeks via de straat zodat dit gedeelte van het complex volledig autonoom kan functioneren.
Verfijnde architectuur
De draagstructuur van het complex laat een aanpasbare invulling toe. De gevels van het project worden uitgevoerd in een bescheiden en economische baksteen die een nieuwe tonaliteit toevoegt aan de bestaande context, waardoor het ensemble een gevoel van ‘heelheid’ krijgt. In sommige delen van het gevelvlak is de baksteen gemanipuleerd en gesneden om zijn doorsnede tot uitdrukking te brengen en een diep verticaal motief te creëren.
Afgeronde betonnen luifels ondersteund door klavervormige kolommen definiëren drempels tussen de veiligheid van de vluchthuis en de onzekerheid van de stad. Verfijnde balustrades, hekjes en trapleuningen overstijgen het utilitaire en bouwen mee aan een architectuur ten dienste van de bewoners.
Innovaties op meerdere niveaus
De innovaties in dit project bevinden zich op meerdere lagen waardoor de maatschappelijke relevantie ervan de toegepaste vernieuwingen in de zorgaanpak ver overstijgt en CAW Oost-Vlaanderen ook meebouwt aan het verbeteren van de sociale cohesie in de wijk en het klimaatbestendig maken van de stad.
Het concept dat vluchthuizen onderbracht dienen te worden op geheime locaties om zo de veiligheid en anonimiteit van de bewoner te garanderen, is door toenemende sociale media en andere communicatiekanalen volledig achterhaald. Andere manieren dienen ingezet te worden om de veiligheid van de bewoners te blijven bewaken.
Psychologische barrières
In dit project is er veel ontwerponderzoek gebeurd om met passieve middelen een maximale veiligheidsbeleving te bieden. Door middel van tussenruimtes, die als tuinen en hoven worden ingericht, een doordachte circulatie en een strategische positie van het programmaonderdelen, worden een aantal psychologische, bijna onzichtbare, barrières ingebouwd. Zodoende wordt er afstand en drempels gecreëerd tussen de straat, het onthaal en de ruimtes die bezocht kunnen worden door externen, de collectieve ruimtes voor de bewoners en de individuele studio’s. Architectuur wordt maximaal ingezet om het veiligheidsgevoel van de bewoners te ondersteunen.
Om in te spelen op de toenemende diversiteit aan bewoners en hun gezinssituatie is er afgestapt van het klassieke concept van leefgroepen waar meerdere mensen samenwonen maar wordt er ingezet op individuele woningen in de vorm van studio’s. Hierdoor wordt het veiligheidsgevoel van de bewoner verstrekt en kan er door de geïntegreerde werking van verschillende crisis- en opvangteams ook beter tegemoetgekomen aan hun acute zorg- of hulpbehoeftes.
Sociale cohesie
Om dit verder te ondersteunen is er in het project bijzondere aandacht besteed aan de behoeftes en de ruimtebeleving voor kinderen. De meest uitdagende innovatie zit in het feit dat de ontwerpers een voorziening die maximaal inzet op de fysieke en psychologische bescherming van hun gasten combineren met ruimtes die opengesteld kunnen worden voor buitenstaanders en de buurt.
Opnieuw wordt de ruimtelijke beleving van architectuur en circulatie ingezet om dit waar te maken. Hiermee wordt een project gemaakt dat de sociale cohesie in de wijk kan ondersteunen, maar ook toegankelijke groene open ruimte biedt in een wijk die zeer dichtbebouwd en versteend is, en tegelijkertijd bijdraagt aan het versterken van de biodiversiteit en klimaatrobuustheid van de stad.
Stand van zaken
CAW Oost-Vlaanderen wordt voor het projectmanagement begeleid door Belfius Bank. Gedurende het ontwerptraject werkte het ontwerpteam van Studio Jan Vermeulen nauw samen met VIPA, de subsidiërende overheid, de verschillende stadsdiensten alsook het team van de Stadsbouwmeester om de duurzaamheidsambities van de stad Gent en de Vlaamse Overheid waar te maken. De omgevingsvergunning voor het project werd ingediend in 2023 en de adviesprocedure is lopende. De verwachting is de werf te kunnen opstarten in september 2024 om midden 2026 het gebouw in gebruik te nemen.