Architect Sylvie Bruyninckx, ondervoorzitter bij bva, laat haar licht schijnen op vrouwen in de architectuurwereld naar aanleiding van de Women in Architecture Awards 2017. “Een evenwichtigere verdeling tussen mannen en vrouwen in architectuur zou bijdragen aan meer kwaliteit.”
Eerst enkele cijfers: er zijn ongeveer 8.000 architecten ingeschreven bij de Orde van Architecten in Vlaanderen, waarvan 34% vrouwen. Dat is het dubbele van 20 jaar geleden. Ook bij de afstudeerders is er eenzelfde tendens: wanneer er in 1997 bij de diploma-uitreiking nog maar 35% vrouwen waren, maken ze nu ongeveer de helft van de aanwezigen uit. Zo'n 680 vrouwen zijn vennoot in een kantoor, een kwart van alle ingeschreven vrouwelijke architecten of iets minder dan 10% van álle architecten. Een mooie evolutie, de vrouwen benen de mannen bij.
Overheid kan meer doen
Eens voorbij de 35, haakt zo'n 50% − waaronder een grote meerderheid vrouwen − van alle zelfstandige architecten af. Mogelijke oorzaak is de verloning van het zelfstandige statuut zelf tijdens een zwangerschaps- of ziekteverlof, het ontbreken van een 13e maand en het vakantiegeld. De overheid heeft wat betreft het zwangerschapsverlof al stappen in de goeie richting gezet, maar de administratieve rompslomp en bewijslast is nog steeds bijzonder hoog.
“Ik hoop dat het architectuurlandschap vervrouwelijkt en kijk ernaar uit dat jonge vrouwen de uitdaging blijven aangaan.”
Gevolg is dat vele architecten overstappen naar een job bij een ontwikkelaar, een aannemer of de overheid, waar ze vaak in dienstverband werken en opteren voor een hogere verloning, bijkomende voordelen en meer zekerheid dan voorheen. De overheid kan meer doen voor zelfstandige architecten, op vlak van sociale zekerheid en een voorbeeldfunctie uitoefenen bij het vergoeden van architecten voor publieke opdrachten.
Stereotypisch mannenberoep
Versterkt door de realiteit van handenarbeid in de bouwwereld en meestal mannelijke aannemers en uitvoerders, is architect nog steeds een stereotypisch mannenberoep. Vrouwelijke architecten zijn nog steeds in de minderheid. Net zoals bij vele andere overwegend technische beroepen is de achterstand na de jaren 50, toen vrouwen de mogelijkheid aangrepen om te gaan studeren en buitenshuis te werken, nog niet weggewerkt.
“Ik hoop dat er binnen 20 jaar evenveel vrouwelijke als mannelijke architecten zijn en dat vrouwen ook de ‘mannen’ Awards winnen.”
Toch zijn er tal van vrouwelijke architecten die − zowel nationaal als internationaal, zowel nu als in het verleden − hun mannetje staan. Denk maar aan Zaha Hadid, Francine Houben, Kazuyo Sejima en Lina Bo Bardi, en in koppels of samenwerkingen kijk naar Odile Decq (met Benoit Cornette), Charlotte Perriand (met Corbusier) Denise Scott Brown (met Robert Venturi).
To the point
Een evenwichtigere verdeling tussen mannen en vrouwen in architectuur zou bijdragen aan meer kwaliteit. We leren van elkaars aanpak en kunnen een grotere maatschappelijke meerwaarde door architectuur realiseren. Projecten waar vrouwen rond de tafel zitten worden anders aangepakt: de vergaderingen zijn vaak korter en meer to the point, er wordt sneller een beslissing genomen en rekening gehouden met andere aspecten binnen het proces, er zijn vaak minder ego’s… Ik hoop dat het architectuurlandschap vervrouwelijkt en kijk ernaar uit dat jonge vrouwen de uitdaging blijven aangaan.
Vrouwelijke architecten in de kijker te zetten tijdens de Women in Architecture Awards is een mooi initiatief. Niet in het minst omdat het niet alleen over architecturale verwezenlijkingen gaat, maar ook over de ethische en sociale impact die deze realisaties teweegbrengen. Of er een specifieke ‘women’ award moet zijn is een andere vraag.
In een hedendaagse bureaucultuur van samenwerking en gedeelde expertise, zijn er tal van mogelijkheden om je als vrouw te profileren en een bureau te leiden. Als er ergens geen glazen plafond is, dan is het wel in architectuur. Ik hoop dat er binnen 20 jaar evenveel vrouwelijke als mannelijke architecten zijn en dat vrouwen ook de ‘mannen’ awards winnen. Zolang de beste maar wint.