Systeeminnovaties tillen groen bouwen trapje hoger

Duurzaam bouwen kan op veel verschillende manieren. De een legt een vloer van kurk, de ander kiest voor extra isolatie. De duurzame alternatieven in de bouw zijn talrijk, maar wat als zou je krijgen als je de duurzaamste technieken allemaal combineert? Dat vroegen Teun Depreeuw van Ecoverbo en Marc Ottelé, onderzoeker aan de TU Delft zich vast af. Ze ontwikkelden samen een concept dat verschillende groene bouwtechnieken op zo'n manier combineert dat ze elkaar versterken.

Een geraamte van hout en schelpen

Beginnen doen ze bij het geraamte van het gebouw, waarvoor hout volgens de heren uitermate geschikt is. Houtskeletbouw vereist vaak een lichtere fundering dan traditionele bouw en dat betekent op zijn beurt dat er minder beton nodig is. En dat is goed voor het milieu, want door het gebruik van (portland)klinker is beton belastend voor het milieu.

 

Het verbannen van beton is uit milieuoogpunt misschien nog de beste optie. Depreeuw en Ottelé vervangen het beton door een fundering van schelpen. Schelpen kunnen ook gecombineerd worden met niet-rottende platen; hennep-kalk of kalkchap. Deze platen zijn dan meteen ook de basis voor vloeren en fungeren als vloerisolatie met een goede vochtregulatie.

 

Een blijvende hoofdrol voor stro

In het verleden bouwde de mens al met stro en hennep, maar de rol van deze materialen is in de 21ste eeuw nog niet uitgespeeld als het aan Ottelé en Depreeuw ligt. In verband gestapeld kunnen strobalen bijvoorbeeld dienen als muur. De afwerking van een stroën muur vereist aan de binnen- en buitenkant wel een pleisterlaag als bescherming tegen brand, weersinvloeden en beschadigingen. Strobouw valt te integreren met schelpfundering en kalkchap; de schelpen werken vochtregulerend en de scherpe deeltjes weren ongedierte af.

 

Levende muren

Tot zover de ruwbouw met een aantal ecologische systeemintegratie. De meest voor de hand liggende afwerking van de buitenkant is waarschijnlijk een stuclaag van leem, gevolgd door een laag kalkpleister aan de binnenkant. Volgens Depreeuw en Ottelé is er een beter alternatief: een buitenwand van planten in prefab groeimodules. Het groen werkt als een jas voor het gebouw, die beschermt tegen directe regen en zonneschijn en tegelijkertijd fungeert als membraan.

Er zijn verschillende manieren om planten te integreren in gevels en daken van gebouwen. Grondgebonden klimplanten die langs een gevel omhoog klimmen zijn waarschijnlijk het meest alledaags in ons straatbeeld. Prefab panelen daarentegen maken geen gebruik van grondgebonden planten. Het groen heeft in dat geval zijn wortels in bakken gevuld met een of ander substraat. Deze zogenaamde 'living wall systems' vragen, in tegenstelling tot de gevels met klimplanten, een waterafgeefsysteem aangevuld met voedingsstoffen. Daken kunnen eveneens voorzien worden van een groeisubstraat om een groendak te plaatsen.

 

Beestenbos is blij

Een groene bouwschil heeft volgens Ottelé en Depreeuw een positieve invloed op de ecologische structuur in steden. Het groen is niet alleen goed voor mensen, maar trekt ook dieren zoals vlinders , insecten, vogels en vleermuizen aan. Ook zou het groen de stedelijke luchtkwaliteit kunnen verbeteren. Planten nemen onder andere koolstofdioxide en stikstofoxiden op en zetten deze schadelijke stoffen om in voeding en zuurstof. Daarnaast leidt de afzetting van fijn stof op de bladeren en andere bovengrondse plantendelen tot een afname van fijn stof in de lucht. Tevens heeft een groene bouwschil isolerende eigenschappen en werkt het systeem verkoelend. Ook houden de plantenwortels regenwater vast, waardoor overvloedig regenwater geleidelijker het riool instroomt.

Met hun systeeminnovaties willen Depreeuw en Ottelé vooral aantonen dat duurzaam bouwen voor iedereen is weggelegd. Bovendien heeft de hele leefomgeving baat bij gebouwen die zo groen mogelijk zijn. Op groeidaken ontstaan soms unieke stukjes natuur, en wie wil er nu geen orchideeëntuin op zijn dak?

Deel dit artikel:
Onze partners