’t Scheep: een proeftuin om nieuwe wegen te bewandelen

Op korte tijd is het nieuwe stadskantoor van de stad Hasselt, bijgenaamd ’t Scheep, uitgegroeid tot een iconisch gebouw in de Limburgse provinciehoofdstad. De opvallende architectuur (met reflecterende gevel en schuine wand) en de prominente aanwezigheid van erfgoed (de oude rijkswachtkazerne) springen onmiddellijk in het oog. Jaspers-Eyers & Partners, UAU Collectiv en Michel Janssen (Architectenbureau) tekenden samen voor het ontwerp, dat resulteerde in het BREEAM-duurzaamheidslabel ‘Excellent’.

De stad Hasselt had al langer nood aan een nieuw centraal gebouw om de stadsdiensten in onder te brengen. Deze zaten immers verspreid over vijf verschillende, verouderde gebouwen. Daarbovenop stond er een fusie tussen stad en OCMW op stapel. Daarom werd er beslist om een nieuw stadskantoor te bouwen. Peter Van Den Broeck, Afdelingshoofd Technische Dienst Werken Stad Hasselt: “De zoektocht naar een geschikte locatie was niet eenvoudig. Het gebouw moest binnen de kleine ring komen, om de betrokkenheid met de binnenstad te bevorderen. Ook mobiliteit en de beschikbare oppervlakte waren belangrijke criteria.”

Uiteindelijk viel de keuze op de oude rijkswachtkazerne. Het is een site met een rijkgevulde geschiedenis: in 1879 nam de rijkswacht hier zijn intrek. In het verleden was het volledige domein zelfs ommuurd. Maar na de verhuis van de rijkswacht naar de Luikersteenweg kwam de site leeg te staan.

 

Monument integreren

Jaspers-Eyers Architects ging de uitdaging aan om de plek een nieuwe invulling te geven, zonder het verleden uit het oog te verliezen. Steven Hendrickx, Architect bij Jaspers-Eyers Architects: “Het gebouw en de voortuin zijn beschermd en de beschikbare oppervlakte was beperkt. De cruciale vraag was: ‘hoe integreren we het monument in het programma?’ We hebben zelfs overwogen om er een soort stolp over te plaatsen. Uiteindelijk kozen we er toch resoluut voor om de restauratie apart te bekijken van de nieuwbouw, en tegelijk een visuele link tussen beiden te voorzien.”

Dat is te zien aan het eindresultaat: de rijkswachtkazerne krijgt zijn plaats op gelijke voet met de nieuwbouw, maar wordt als monument hersteld in zijn oude glorie. De kazerne en de nieuwbouw zijn samen in een stedelijk plein verankerd. Hendrickx: “Het werkend geheel wordt op die manier meer dan de som der delen: ze vormen samen een ijkpunt in het stedelijk weefsel.” De gevel bestaat uit reflecterend glas, om op die manier de naaste omgeving zo nauw mogelijk bij het nieuwe bouwwerk te betrekken.

 

Stad en OCMW

Een gebouw dat zowel stadsdiensten als het OCMW huisvest, dient flexibel en veelzijdig te zijn. Het programma diende er dus voor te zorgen dat de noden van beide groepen voldoende beantwoord werden. Van Den Broeck licht toe: “Het klassieke publiek komt naar een stadskantoor voor administratieve zaken, zoals een identiteitskaart of een rijbewijs. Het OCMW-cliënteel komt langs voor zaken die veel intenser zijn: het gaat dan om bijvoorbeeld daklozen of mensen met sociale en financiële problemen.”

Dat heeft geresulteerd in hele levendige discussies, vervolgt het afdelingshoofd: “Je wil niet dat iedereen ontvangen wordt in een bunker, anderzijds staat de veiligheid van de personeelsleden natuurlijk voorop. Na lange discussies is er toch voor gekozen om te kiezen voor een grote, open en zachte ruimte. De ervaring leert ons dat dit zelfs helpt om agressie of al te emotionele reacties in te perken.”

 

Elk facet perfectioneren

Duurzaamheid was een rode draad gedurende het ontwerp- en bouwproces. “Tijdens de wedstrijdfase streefde enkel dit consortium naar het BREEAM-duurzaamheidslabel ‘Excellent’. Dat streven heeft een grote impact gehad op het hele project. Om het ‘Excellent’-label te behalen moet je elk facet van het bouwproces perfectioneren: van verwarming over isolatie tot de kranen en de vloerbekleding”, zegt Van Den Broeck.

Voor de architecten was het niet eenvoudig om dit te realiseren. “BREEAM ‘Excellent’ klinkt natuurlijk geweldig om te vermelden in je wedstrijdontwerp, maar het is natuurlijk altijd een hele uitdaging om die ambitie te vertalen in concrete resultaten”, aldus Hendrickx. “In alle keuzes op vlak van materialen en ontwerp speelde het BREEAM-verhaal een belangrijke rol. Zowel wat afkomst als de mate van herbruikbaarheid betreft. Er zijn zoveel factoren om rekening mee te houden. Maar uiteindelijk resulteert de keuze om te gaan voor BREEAM ‘Excellent’ wel in een gebouw dat qua duurzaamheid echt ‘futureproof’ is.”

Ook op vlak van akoestiek waren de vooropgestelde eisen zeer streng. “Het was een hele opdracht om de nagalmtijd te beperken tot een halve seconde. We hebben lang gezocht naar de juiste dempende materialen”, erkent Van Den Broeck. 

 

Techniek rijmen met esthetiek

“De link tussen techniek en esthetiek is een belangrijk aandachtspunt. Het is niet altijd eenvoudig om de strenge technische eisen te rijmen met de esthetische componenten van het project”, voegt Hendrickx toe. “Bovendien wilden we niet eindigen met een klassiek gebouw, waar je bijvoorbeeld met een verlaagd plafond zit. Wij wilden absoluut het beton zichtbaar houden, maar dat is op akoestisch vlak dan weer geen evidentie. Dat betekent dat je op creatieve wijze naar oplossingen moet zoeken, bijvoorbeeld in de vloerbekleding. Tegelijkertijd moet alles realiseerbaar en vooral betaalbaar blijven.”

“Techniek en esthetiek hoeven echter niet tegenstrijdig met elkaar te zijn”, vindt Van Den Broeck. “Kijk maar naar de inkomhal, waar het plafond met mos bedekt is. Die ingreep heeft een esthetische waarde, maar ook een positieve invloed op de akoestiek in het verhaal.”

Op vlak van ventilatie moest het gebouw voldoen aan de strengste luchtkwaliteitsnormen. “Dat resulteerde in een debiet van 55 m³/h per persoon, om het CO2-niveau onder de 750 ppm te houden.”

 

Strenge eisen op vlak van waterverbruik

Delabie werd uitgekozen om enkele producten voor de sanitaire ruimtes in het gebouw te voorzien. Zo vind je in ’t Scheep onder meer de BINOPTIC-kraan, de TEMPOMATIC 4-kraan, en douchepanelen in de doucheruimtes voor het personeel. De hoge focus op duurzaamheid verklaart mede de keuze voor Delabie, stelt Hendrickx: “Delabie was één van de weinige bedrijven dat op vlak van waterverbruik wist te voldoen aan de gestelde eisen, die bijzonder streng waren.”

Ook de bouwheer had bepaalde vereisten op vlak van sanitaire voorzieningen. Van Den Broeck: “Voor de stad Hasselt is het vooral belangrijk dat er altijd vervangonderdelen beschikbaar zijn. Je kan kiezen voor hippe designkranen, maar voor ons stond de betrouwbaarheid op lange termijn voorop. Zeker omdat de sanitaire ruimte in zo’n openbaar gebouw als dit, waar 600 mensen dagelijks werken, bijzonder intensief (en niet door iedereen even voorzichtig) gebruikt wordt. Reserveonderdelen zal je altijd nodig hebben. Daarom vertrouwden we op Delabie, dat kan terugvallen op heel wat ervaring in de publieke sector.”

Hendrickx vervolgt: “De combinatie van degelijk en mooi vormgegeven materialen, die hun deugdelijkheid in het verleden hebben bewezen, met de toepassing van hedendaagse waterbesparende technieken maakt de keuze voor Delabie-producten vanzelfsprekend. Het is altijd verrassend dat aantrekkelijke vormgeving, technologie en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan met een economisch aantrekkelijk kader. Dat komt alle partijen ten goede, van architect over uitvoerder tot de klant.”

 

BIM-proefproject

Het project is een werk van lange adem geweest. Toen de partijen in 2014 aan de slag gingen, was BIM nog niet zo alomtegenwoordig als nu. ’t Scheep mag dan ook een BIM-proefproject genoemd worden. “BIM was toen toch nog een relatief grote onbekende”, erkent Hendrickx. “Het gebruik van BIM heeft zijn vruchten afgeworpen, maar het heeft wel bloed, zweet en tranen gekost. Het betekende immers een heel andere manier van samenwerken. De partijen moesten uit hun comfortzone komen.”

De vele inspanningen zijn echter de moeite waard geweest, vindt Hendrickx: “De foutenmarges zijn aanzienlijk verkleind, en dankzij de goede coördinatie konden knopen ontward worden, nog voor ze op de werf ontstaan. BIM brengt ook nieuwe werkmethodes met zich mee, die niet enkel het werk ter plaatse maar ook de administratie erachter verbeteren. Natuurlijk moet je er meer tijd voor uittrekken en verhuizen bepaalde procesonderdelen naar andere fases in het verloop van het proces. Bovenal zijn goede afspraken en het uitwisselingen van ervaringen een absolute must. Dat zijn de lessen die we uit dit BIM-project hebben getrokken.”

Ook Van Den Broeck is positief over de rol die BIM gespeeld heeft. “Vooral dan om de inbouw van de grote technieken uit te tekenen. Het project omvat enorme luchtkanalen, die allemaal in de computervloer terecht moesten komen. Zonder BIM zou die plaatsing geen sinecure zijn geweest.”

 

Referentie in zijn soort

Architect Steven Hendrickx blikt met tevredenheid terug op dit project. “Jaspers-Eyers & Partners is van oorsprong een Limburgs bedrijf. Voor ons is het altijd leuk om een thuismatch te spelen. Maar ook de uitstekende samenwerking mag vermeld worden. De verschillende partijen hebben onderling pittig gediscussieerd, maar de neuzen stonden wel in dezelfde richting. In andere projecten gaat het er vaak meer afstandelijk aan toe. Elke inbreng en interactie is bepalend voor het eindresultaat. In dit geval denk ik dat het eindresultaat een referentie in zijn soort mag genoemd worden. Een proeftuin voor het bewandelen van nieuwe wegen, met een bevredigend resultaat.”

Bron: DELABIE
Deel dit artikel:
Onze partners