Het ontwerp van ABDM–RAU is gekozen uit een achttal inzendingen voor de competitie van het nieuwe campusgebouw van de Howest Hogeschool in Kortrijk, dat dienst zal doen als duurzame ontmoetingsplek waar leren, studeren, ontdekken en ontmoeten in een comfortabele, stimulerende omgeving mogelijk wordt. DELVA Landscape Architects neemt de ruimere inkadering van het project in de omgeving voor zijn rekening.
Stedenbouwkundig- landschappelijke visie
In de visie van het ontwerpteam wordt vertrokken vanuit de bestaande grondwaterhuishouding en worden de kansen om op korte termijn een waardevol ecologische en recreatieve site te creëren benut. De dubbele laan (Graaf Karel de Goedelaan), opgespannen tussen de vallei van de Leie en de Marksesteenweg vormt de ruggengraat van het gebied. Het nieuwe gebouw is te gast in de groene ruimte leunend aan de laanstructuur. De groenruimtes zijn ecologisch interessante velden die tot aan de gevel lopen en hun weg verticaal verder zetten in en aan het gebouw.
Centrale as aan de voet van het nieuwe 'baken'
Het nieuwe gebouw is ontwikkeld vanuit een lange termijnvisie op het gebied van stedenbouwkunde, landschapsinrichting en het maatschappelijk verantwoord ontwikkelen van gebouwen. Hierbij wordt uitgegaan van een ontwikkeling van de school richting het centrum en het maken van een nieuwe fietsverbinding onder het spoor. Vanuit deze fietsverbinding ontstaat een nieuwe centrale as voor licht verkeer. Alle bestaande en nieuwe gebouwen zijn of worden hier aan geadresseerd.
Park
Het bestaande park bestaat uit het traditionele Magdalena-park en de naastgelegen grasweide met een aantal parkbomen van een bijzondere maat. Het ontwerpteam heeft er voor gekozen om zo veel mogelijk openbare functies op de begane grond te situeren en deze te integreren in het parklandschap. Hierdoor kan het volume hierboven geminimaliseerd worden. Een groen gebouw te gast in een ruime parksetting. Het park wordt ruimtelijk doorgetrokken tot de centrale as. Geen grote voorpleinen, groen vloeit over het maaiveld en bedekt alle open ruimte. Het landschap wordt op doordacht gekozen plekken verlaagd en mondt uit in het marktplein, het restaurant en de mediatheek. Deze interne plekken met een veelheid aan daglicht kijken uit op de centrale zachte as, het historisch park of de contouren van de vroegere kapel
Een heldere entree van de site wordt gecreëerd vanuit de Burgemeester Felix de Bethunelaan door de garages en de later toegevoegde bijgebouwen weg te halen. Het historisch witgekalkte herenhuis en de twee oude witte schuren vormen de nieuwe entree van de site en doen tevens dienst als centraal punt te midden van de moestuinen. Moestuinen die ingezet worden ten behoeve van de bevoorrading van het restaurant van de school. De gebouwen rond het entreeplein van de site zijn bestemd voor fietsenberging en fietshersteldienst en kunnen ook een buurtfunctie vervullen. Vanaf het entreeplein vormt zich een vanzelfsprekende padenstructuur (olifantenpaden). Een vormgeving passend bij een nieuw 21ste eeuws park. De structuur verstrekt de historische waarde en kwaliteiten van het bestaande Magdalenapark. De nieuwe parkstructuur vormt de basis om in de toekomst door te trekken in de nieuwe ontwikkelingen aan de andere zijde van Graaf Karel de Goedelaan.
Baken
De richting van het nieuwe bouwvolume wijkt bewust af van de orthogonale stratenstructuur en wordt zo als baken het centrale gebouw in de Campus. Digitale screens, verwerkt in de gevel, geven de studenten informatie en het gebouw levendigheid in de avond. De gevels reageren op hun specifieke locatie, overkragend waar nodig in verband met de zoninstraling, groen in aansluiting op het park en recht ter plaatse van de entree aan de centrale as.
Integratie in het park
De entree van de school heeft een open en uitnodigend karakter door de transparante gevel in combinatie met het licht dat door het atrium het gebouw binnenvalt. Via een brede, flauw aflopende trap die ook dienst kan doen als tribune bereikt men het lager gelegen marktplein, een grote verblijfsruimte met service-functies. Op het marktplein kan men onafhankelijk van plaats en tijd werken door middel van internetaansluitpunten en digitale informatieborden. Het is een bruisend ontmoetingsplein waar winkels en ontspanning een plek krijgen. Aan het marktplein grenzen de auditoria, de bibliotheek en het restaurant.
Bovenbouw
Vanuit het atrium heeft men direct zicht op de verdiepingen. Hier liggen de lokalen, labo’s en teamlokalen aan een eigen omloop. Via een spiraalvormige route van trappen bereikt met de verschillende verdiepingen. Transparante wanden dragen bij aan een levendige sfeer. Elke verdieping heeft een eigen koffiecorner gekoppeld aan een overdekt terras, waar men van het uitzicht over het park kan genieten.
Duurzaamheid
Het ontwerp is geen optelsom van technische maatregelen maar vertrekt vanuit een integrale duurzaamheidsvisie en is benaderd vanuit de bredere sociaal-maatschappelijke, culturele en economische context. Het concept van een in het landschap geïntegreerde onderbouw met een gereduceerde bovenbouw biedt naast het versterken van flora en fauna ook energetische voordelen. De combinatie zorgt voor een minimale energievraag. Het relatief kleine volume boven het verhoogde maaiveld heeft een kleine geveloppervlakte en daardoor minimale transmissieverliezen. De ruimten onder het verhoogde maaiveld hebben nauwelijks transmissieverliezen vanwege de omringende isolerende grondlagen en het grondpakket op het dak. Hierdoor is ook het klimaat in deze ruimten stabiel en is weinig energie nodig voor een goede klimaatbeheersing. De bouwkundige uitgangspunten van het gebouw in combinatie met een goede thermische schil en een slim installatieprincipe zorgen ervoor dat het gebouw een minimale hoeveelheid energie nodig heeft. Door de toepassing van PV panelen wordt gestreefd naar een energieneutraal gebouw.
Het ventilatieprincipe is gebaseerd op de combinatie onder- en bovenbouw. Het atrium van de bovenbouw dat in verbinding staat met de onderbouw zorgt voor de hybride ventilatie in het gebouw Door dit principe wordt veel energie bespaard. Door overdruk van de lesruimten en onderdruk in het atrium verlaat de ventilatielucht op natuurlijke wijze het gebouw via het dak van het atrium.
Het ontwerp voor het nieuwe gebouw streeft naar een water-autarkisch systeem. De bedoeling is de campus zo veel mogelijk zelfvoorzienend te laten zijn als het op watergebruik aankomt. Door hergebruik van regenwater, zuinig gebruik van schoon drinkwater, het aanbrengen van een helofytenfilter en het hergebruik van grijs water wordt het gebouw zeer water efficiënt.