De traditionele akoestische principes die gelden voor massieve bouwstructuren, zijn niet direct toepasbaar op cross-laminated timber (CLT) en andere houtmaterialen. Het tijdig inschakelen van een akoestisch specialist in een houtbouwproject is zeker geen overbodige luxe. Om binnen de gestelde budgetten optimale resultaten te behalen, is het noodzakelijk om architectuur, stabiliteit en akoestiek samen te brengen in een economisch haalbare en technisch verantwoorde oplossing.
Expertise in akoestiek en trillingen is dan ook zeer gegeerd in de markt. Sweco is een van de weinige ingenieurs- en architectenbureaus in de Benelux die duurzame bouwtechnieken en akoestische expertise combineert in complexe geïntegreerde projecten. Tom Vandervorst, acoustics team manager bij Sweco, benadrukt: “Akoestiek is een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt, vooral door het groeiende besef dat het akoestische comfortniveau in gebouwen een directe invloed heeft op de gezondheid en het welzijn van de gebruikers. Kijk maar naar De Oorzaak, het grote burgeronderzoek van de Universiteit Antwerpen, het UZA en De Morgen naar omgevingsgeluiden in Vlaanderen. We juichen toe dat almaar meer ontwikkelaars en gebouweigenaars proactief handelen en standaard een akoestisch ingenieur raadplegen.”
Sleutel tot duurzaam en comfortabel bouwen
Ook Lieve Van der Spiegel, akoestisch ingenieur bij Sweco, ziet het belang dat wordt gehecht aan goede akoestiek alleen maar groter worden. “Dat is een positieve ontwikkeling, want akoestiek staat niet los van de keuzes die architecten en stabiliteitsingenieurs maken”, stelt ze. “Natuurlijk kunnen we altijd later in het proces oplossingen bedenken om het akoestische comfort te verbeteren, maar dat brengt onnodige kosten, tijdverlies en technische beperkingen met zich. Wanneer akoestiek vanaf het begin in het ontwerpproces wordt geïntegreerd, kunnen veel problemen worden vermeden, zoals onder- of overdimensionering, hogere kosten en zelfs een verhoogde CO2-uitstoot. Een geïntegreerde benadering leidt tot een economisch verantwoorde optimalisatie van het akoestisch comfort.”
“Het draait niet alleen om specifieke akoestische details, maar ook om bredere ontwerpkeuzes, zoals het definiëren van het gewenste geluidsniveau per zone en het inbouwen van akoestische buffers op basis van de ruimtelijke indeling”, gaat ze voort. “Het is essentieel om vooraf goed na te denken en de juiste afwegingen te maken. Dat vereist een naadloze coördinatie tussen architectuur, stabiliteit en akoestiek. Als die aspecten niet vanaf het begin worden geïntegreerd, loop je het risico dat de ecologische of akoestische ambities moeten worden teruggeschroefd om budgettaire redenen – en dat mag natuurlijk niet de bedoeling zijn.”
Hout en akoestiek: een uitdagend samenspel
De akoestische principes die werken voor traditionele massieve bouw zijn zoals aangehaald niet zomaar over te nemen voor CLT- en andere houtconstructies. Tom Vandervorst legt uit: “Een van de grote verschillen is dat houtbouw een lichtere draagstructuur heeft. Dat betekent dat er onvoldoende massa is om geluidsisolatie op het vereiste niveau te brengen, waardoor een specifieke aanpak noodzakelijk is. Laagfrequent geluid vormt een bijzondere uitdaging in een houten gebouw. Voetstappen, bijvoorbeeld, zijn een veelvoorkomend probleem dat niet eenvoudig is op te lossen met traditionele technieken zoals een zwevende chape. Daarnaast kunnen zichtbare CLT-structuren leiden tot een verhoogde geluidsafstraling naar aangrenzende ruimtes. Dat alles vereist een uiterst gedetailleerde akoestische aanpak, zoals het toepassen van structurele onderbrekingen en elastische strips tussen houten vloerplaten en CLT-wanden, volgens het massa-veer-massaprincipe.”
Lieve Van der Spiegel vult aan: “Een bijkomende complicatie is dat het akoestische gedrag van materialen dikwijls wordt getest op basis van betonnen vloerplaten, terwijl de resultaten bij CLT-vloerplaten volledig anders kunnen zijn. Bovendien verbinden fabrikanten hun CLT-elementen op verschillende manieren, wat resulteert in variërende geluidsisolatie. Bij Sweco hebben we daarom een eigen rekenprogramma ontwikkeld dat, gebaseerd op concrete meetresultaten uit onze projecten, leidt tot optimalere ontwerpen. Dat maakt een cruciaal verschil.”
Niets aan het toeval overlaten
Een voorbeeld van een project van Sweco waarin geen enkel detail aan het toeval is overgelaten, is TechniCité in Doornik, waar de verdiepingsniveaus volledig zijn uitgevoerd in CLT. Tom Vandervorst licht toe: “We hebben hier uitstekende resultaten behaald in het verminderen van flankerende geluidstransmissie door scheidingswanden op elastische strips te plaatsen en structurele onderbrekingen te voorzien bij de aansluitingen tussen scheidingswanden en gevelplaten.”
“Een ander opvallend project is de renovatie van de kabinetsgebouwen van de Vlaamse overheid op het Brusselse Martelaarsplein, inclusief een optopping in CLT. Dit illustreert dat houtbouw zich niet langer beperkt tot nichetoepassingen. Reden te meer om op het gebied van akoestiek geen enkel detail aan het toeval over te laten”, Lieve Van der Spiegel sluit af.