Houtbouw en andere lichte constructies vertonen bij lage frequenties vaak een minder goede geluidsisolatie. De huidige norm NBN S 01-400-1 over de akoestische criteria voor woongebouwen houdt hier evenwel geen rekening mee. Daarom zullen er hiervoor in de herziening van de norm bijkomende eisen opgelegd worden. In dit artikel bespreekt A. Dijckmans, dr. ir, projectleider, laboratorium Akoestiek, WTCB een aantal oplossingen voor lichte wand- en vloerconstructies waarmee het mogelijk is om aan deze eisen te voldoen.
Nieuwe eisen
In de herziene versie van de norm NBN S 01-400-1 uit 2008, meer bepaald de prNBN S 01-400-1:2019, zullen er drie prestatieklassen gedefinieerd worden: A, B en C, waarbij A beter is dan C. Zo vervangt klasse C voor appartementen het huidige ‘normale akoestische comfort’ als minimaal vereist prestatieniveau en klasse B het ‘verhoogde akoestische comfort’. Constructies die twee nieuwbouwrijwoningen van elkaar scheiden, zullen minstens aan de prestatie-eisen van klasse B moeten voldoen.
Naast de traditionele in-situ-eisen met betrekking tot de lucht- en contactgeluidsisolatie voor afgewerkte woningen, zal de herziene versie van de norm ook enkele bijkomende eisen formuleren voor de laagfrequente lucht- en contactgeluidsisolatie van woningscheidende wanden en vloeren. Aangezien het echter moeilijk is om de laagfrequente geluidsisolatie in situ te meten, hebben deze ontwerpeisen enkel betrekking op de laboratoriumprestaties van de bouwelementen (zoals gemeten of berekend in een specifieke akoestische studie). Bijgevolg zal men bij de in-situbeoordeling van de geluidsisolatie ook de laboratoriumprestaties van de woningscheidende constructie moeten aantonen.
Oplossingen
Traditionele zware constructies vertonen doorgaans geen specifieke moeilijkheden op het vlak van de laagfrequente luchtgeluidsisolatie. Voor de contactgeluidsisolatie van massieve vloeren speelt niet alleen de oppervlaktemassa van de draagvloer een belangrijke rol, maar ook de laagfrequente prestatie van de zwevende dekvloer. Vermits de geluidsisolatie van onoordeelkundig ontworpen lichte constructies bij lage frequenties opvallend zwakker kan zijn, moet het ontwerp ervan aangepast worden. De tabellen in dit artikel geven een overzicht van enkele lichte wand- en vloerconstructies die aan de eisen voldoen. Het blijft echter wel steeds noodzakelijk om rekening te houden met de flankerende geluidstransmissie.
Dit artikel werd opgesteld in het kader van het project ‘Integrating lightweight concepts in acoustical standardization’ (A-LIGHT II) en de Normen-Antenne Akoestiek, beide gesubsidieerd door de FOD Economie.