TECHNISCHE INFO. Een goede verlichting voor zichtbaarheid en veiligheid van trappen

Tal van factoren spelen een rol bij valincidenten op trappen, zowel persoonsgebonden als omgevingsfactoren. Verlichting is één van de omgevingsfactoren die de zichtbaarheid en dus de veiligheid van trappen kunnen verbeteren. Zo moet er aandacht besteed worden aan de verlichtingssterkte, de uniformiteit van de verlichting en het risico op verblinding. Hiervoor is een goede samenwerking tussen schrijnwerker, architect en elektricien vereist.

Valincidenten op trappen

Uit cijfers blijkt dat de meeste ongevallen op trappen plaatsvinden in de thuisomgeving en voorkomen in alle leeftijdscategorieën, maar de ernst van de ongevallen neemt toe bij ouderen. Andere persoonsgebonden factoren, zoals visuele beperkingen, hebben mogelijks ook een invloed op het risico op vallen.

Ongeveer vier op de vijf valincidenten op trappen treedt op bij het afdalen en de meeste ongevallen gebeuren boven- en onderaan de trap (zie lange versie van dit artikel voor meer informatie).

Naast de verlichting van de trap zelf is het dus belangrijk om ook boven- en onderaan de trap en eventueel ter hoogte van tussenbordessen een goede verlichting te voorzien.

Eisen voor de trapverlichting

Voor trappen is het essentieel dat de treden goed van elkaar te onderscheiden zijn en dat het dieptezicht gewaarborgd wordt. Hierbij spelen onder meer de materiaalkeuze, de uitvoering van de trap en de verlichting een rol. Er zijn echter maar weinig gedetailleerde richtlijnen voor de verlichting van trappen.

Bij trapverlichting kan men een onderscheid maken tussen natuurlijk daglicht, kunstverlichting en veiligheidsverlichting die geactiveerd wordt in geval van brand. Hieronder gaan we meer in detail in op de eisen voor kunstverlichting.

Allereerst is er de verlichtingssterkte, die uitgedrukt wordt in lux [lx]. Dit is de lichthoeveelheid die op de trap invalt. Deze moet voldoende hoog zijn om ervoor te zorgen dat het volledige trapoppervlak zichtbaar wordt en dat eventuele voorwerpen die zich op de trap bevinden, herkend worden. In de Praktische en technische gids voor de verlichting van woningen wordt een waarde van 75 à 150 lx aanbevolen. Door onderaan de trap een toereikende verlichting te voorzien, wordt ook het dieptezicht verbeterd en wordt het einde van de trap beter zichtbaar.

De verlichting moet gelijkmatig verdeeld zijn. Dit wordt ook wel de uniformiteit van de verlichting genoemd. Deze is sterk afhankelijk van de gekozen lichtbron en armatuur, de plaatsing ervan en de trapvorm. Meestal wordt de lichtbron boven- en onderaan de trap geplaatst. Over het algemeen levert dit een goede verlichting op voor een rechte steektrap, op voorwaarde dat het om een voldoende grote en diffuse lichtbron gaat. Dat wil zeggen een lichtbron die een goede spreiding geeft van het uitgestraalde licht en geen spot die het licht bundelt. De lichtbron bovenaan de trap wordt best dicht genoeg bij de eerste trede geplaatst, zodat er bij het afdalen van de trap geen vervelende schaduw­werking ontstaat doordat de persoon die de trap beloopt zich tussen de lichtbron en de trap bevindt (zie fig. 1).

Schematische weergave van de lichtinval naargelang de positie van de lichtbron bovenaan de trap.

Fig.1. Schematische weergave van de lichtinval naargelang de positie van de lichtbron bovenaan de trap.

Uit onderzoek blijkt dat men meestal twee tot vier treden ver kijkt bij het afdalen van de trap. Er bestaat software die de gebruiker toelaat lichtberekeningen uit te voeren en renderings te maken om een beter beeld te krijgen van het te verwachten resultaat (zie fig. 2). Met de komst van ledverlichting zijn er bovendien veel meer mogelijkheden voor de integratie van verlichting in trappen.

Renderings van trapverlichting: links zijn de treden niet goed van elkaar te onderscheiden, rechts wel.

Fig.2. Renderings van trapverlichting: links zijn de treden niet goed van elkaar te onderscheiden, rechts wel.

Tot slot bestaat er ook een risico op verblinding. Deze kan direct of indirect zijn. Indirecte verblinding ontstaat door de reflectie van een lichtbron op een oppervlak. Bij trappen komt dit enkel voor wanneer men erg spiegelende of glanzende oppervlaktematerialen gebruikt. De meeste materialen reflecteren het licht echter diffuus en dus is er enkel sprake van directe verblinding door een rechtstreeks zicht op een intense lichtbron. Bij verblinding speelt het omgevingslicht een belangrijke rol. Net zoals autolichten overdag nauwelijks waarneembaar zijn en ’s nachts erg verblindend kunnen zijn, kan de verlichting bij trappen in bepaalde omstandigheden ook verblindend werken.

Binnenkort meer

Buildwise werkt momenteel aan de herziening van TV 198 over houten trappen. Naast heel wat andere aspecten, zoals de materiaalkeuze en de uitvoering, zal hierin dieper ingegaan worden op verlichting en contrast.

 

Dit artikel verscheen eerder in Buildwise magazine.

Bron: Buildwise
Deel dit artikel:
Onze partners