TECHNISCHE INFO. Sarkingdaken: hoe de dakgoot positioneren ten opzichte van het onderdak?

De plaatsing van sarkingdaken, waarbij een hellend dak langs de buitenzijde geïsoleerd wordt, vereist dikkere latten en tengellatten dan de traditionele plaatsing. Hierdoor kan de ruimte tussen de dakgoot en de gegolfde dakbedekkingselementen onesthetisch worden. Dit kan echter verholpen worden door de dakgoot en het onderdak te verhogen. Het WTCB legt uit in dit artikel verschenen in Contact n° 72

Traditionele plaatsing van een dakgoot

Volgens de detailtekeningen uit de Technische Voorlichtingen met betrekking tot de uitvoering van pannendaken (TV 175, in herziening) en leien daken (TV 219) worden de dakgoten bevestigd ter hoogte van de kepers. Deze bevestigingsmethode vergemakkelijkt de afvoer van het regenwater dat van het onderdak afvloeit. Mits enkele aanpassingen is het eventueel ook mogelijk om de dakgoot op de boordplank te bevestigen (zie de WTCB-Dossiers 2012/3.6).

Bij een traditionele plaatsing komt de ruimte tussen de dakgoot en de dakbedekking dus overeen met de afstand tussen de kepers en de dakbedekking, wat op zijn beurt overeenstemt met de dikte van de latten en de tengellaten.

Er moet eveneens rekening gehouden worden met de hoogte van de eventuele welving van de pannen, vooral omdat deze meer dan 5 cm kan bedragen.

Esthetische impact van het isoleren langs de buitenzijde

Aangezien de bij sarkingdaken gebruikte bevestigingen over een grotere diameter moeten beschikken dan deze die bij een traditionele plaatsing aangewend worden, moet de doorsnede van de tengellatten aangepast worden (minstens 30 x 50 mm voor bevestigingen met een diameter van 6 mm; zie TV 251).

Hierdoor zal de ruimte tussen de dakgoot en de dakbedekking toenemen, wat een impact zal hebben op het uitzicht van de voet van het dakschild. Deze impact zal des te groter zijn wanneer de dakbedekking uit gewelfde dakpannen bestaat of wanneer men beslist om de hoogte van de regenwaterafvoer niet te wijzigen ondanks de toevoeging van isolatiemateriaal op het dak (zie afbeelding 1).

 

Hoe kan deze esthetische impact beperkt worden?

Er bestaan twee oplossingen om de esthetische impact van een sarkingdak te beperken:
• opteren voor platte dakbedekkingselementen zoals tegelpannen of leien
• de helling van de dakgoot beperken. Zo is volgens de TV 270 bijvoorbeeld ook een horizontale uitvoering mogelijk.

 

Op vraag van het Technisch Comité Dakbedekkingen legt een werkgroep zich momenteel toe op de uitwerking van specifieke aansluitingsdetails voor langs de buitenzijde geïsoleerde daken (*). Deze werkgroep heeft bovendien ook nog een derde oplossing voorgesteld. Deze bestaat erin om de dakgoot op de tengellatten te bevestigen en om de regenwaterafvoer onder de dakgoot aan te brengen (zie afbeelding 2) of via de dakgoot te laten lopen (zie afbeelding 3).

Door de regenwaterafvoer onder de dakgoot te plaatsen, zal de boordplank echter wel meer blootgesteld worden aan vocht. Hierdoor kunnen er ook onesthetische druipsporen ontstaan. Daarom is het aangeraden om te opteren voor vochtbestendige afwerkingsmaterialen (bv. exotische of behandelde houtsoorten, vezelcement of leisteen) en om voldoende ruimte te laten tussen de boordplank en de gevel. In geval van een sterke blootstelling aan slagregen geniet het de voorkeur om te opteren voor de oplossing met een afgeschuinde voetplank die geïllustreerd wordt in afbeelding 3.

Bij daken met een geringe helling moet er bijzondere aandacht besteed worden aan de hoek van de afschuining. Deze moet namelijk steeds klein genoeg zijn om te vermijden dat er water op het onderdak zou gaan stagneren.

Dit artikel werd opgesteld in het kader van de NormenAntenne Bouwdetails (Smart Connect), gesubsidieerd door de FOD Economie.
Bron: WTCB/Contact 2020/6, p. 6-7. 

Bron: WTCB - CSTC - BBRI
Deel dit artikel:
Onze partners