Ook in België zijn heel wat architecten gefascineerd door de mogelijkheden van textielarchitectuur. Els Mels van het Brabantse bureau Sarus is er een van en vertelt ons over haar passie.
Situering: zeilarchitectuur
Zeilarchitectuur vormt geen geheel met andere gebouwen, maar is veeleer een op zich staand object dat aanvult of invult. Daardoor kan ze gemakkelijk gecombineerd worden met moderne architectuur, maar ook met historische gebouwen en monumenten. Hierbij is de vormentaal is zo wezenlijk verschillend van de stapel‐ en schakelarchitectuur die we gewoon zijn, dat ze ook een andere ontwerpbenadering vraagt.
Wij zijn het tot nu toe gewoon om horizontale en verticale elementen op en in elkaar te stapelen, te klemmen en te schoren. Zeilarchitectuur gaat echter uit van een ander principe: het vertrekt van een flexibel oppervlak dat zich vervormt onder de invloed van krachten. Met goed gekozen krommingen in het zeil en met voldoende voorspanning worden deze vervormingen onder controle gehouden en blijft het zeil stabiel. De krachten evalueren is hierdoor een wezenlijk onderdeel van het ontwerpproces. Via de keuze van de voorspanningen en de positie van de ankerpunten krijgt het zeil zijn vorm.
Verankeringen
Els Mels vna het bureau Sarus, dat zich specialiseert in zeilarchitectuur, meent dat een van de grootste misverstanden die leven bij architecten en bouwheren gaat over de verankeringen. Mooi vormgegeven zeilen zien er licht uit en ze zweven bijna in de lucht. Ze geven de indruk bijna geen fundering nodig te hebben. Om het zeil echter stabiel te houden in de wind, moet het opgespannen zijn én blijven. De wind die dwars op het zeiloppervlak inwerkt, wordt in het zeil omgezet naar relatief grote trekkrachten, bijkomend op de voorspanning. Het zijn deze trekkrachten die afgeleid moeten worden via kabels en palen naar funderingen in de grond of ankers in bestaande constructies. Hoe vlakker het zeil is, des te groter deze trekkrachten zijn. Met andere woorden, hoe meer krommingen het heeft, hoe makkelijker het is de krachten op funderingen en ankers beperkt te houden. Goede evenwichtige ontwerpen zien er niet alleen vederlicht uit, ze hebben ook zichtbaar weinig spanning nodig.
Rol van de ingenieur
De ontwerpers van Sarus willen zich uitdrukkelijk niet profileren als architecten, noch als uitvoerders, maar geven aan dat ze zich thuisvoelen in de beide disciplines. Mels: “Enerzijds is het voor de architect als generalist bijna onmogelijk om zich deze relatief complexe technologie voldoende eigen te maken om ze te kunnen voorschrijven in zijn projecten. Anderzijds staan aannemers en uitvoerders te ver buiten de ontwerpomgeving van het gehele project en kan men moeilijk een uitvoerder selecteren voor er een ontwerp is. Wij vormen als gespecialiseerd ingenieur‐ontwerper de schakel tussen idee en technologie. We adviseren architect en bouwheer bij de materiaalkeuze en verzorgen de verdere detaillering en opvolging. We hebben ons daarbij specifiek toegelegd op enkelvoudige membranen en op plooibare of beweegbare structuren”.
Samenwerking, ontwerp én uitvoering
Sarus hanteert een specifieke werkwijze in hun samenwerking met architecten en bouwheren. Zo gaan ze vooreerst vooraf ter plaatse om te kijken naar omgevende gebouwen en de open ruimte. Hierbij bekijken ze al van bij het eerste voorontwerp naar de spanningen in het zeil en de krachten die op gebouwen moeten worden overgebracht. Ze zoeken binnen de bestaande gebouwen sterke knopen om op aan te sluiten.
Tussen het voorontwerp en de uitvoering ligt een arbeidsintensief traject van dimensioneren en detailleren. Zo goed als alle onderdelen zijn maatwerk, en moeten worden uitgetekend. Het overgrote deel van de knopen zijn in feite scharnieren. De trekkrachten worden opgevangen door kabels of banden, de drukkrachten door scharnierende kolommen of staven. Hoekpunten in staal of inox, funderingen en consoles, kabels en spanners en uiteindelijk ook de patronen voor het zeil worden stuk per stuk uitgewerkt. De fabricage van het staal gebeurt in inox‐ of staalateliers op basis van deze tekeningen; het zeil wordt gelast in zeilmakerijen.
De oprichting van het zeil ter plaatse kan gebeuren door gespecialiseerde aannemers. Sommige zeilmakers hebben zich toegelegd op architecturale zeilen, en zijn in staat deze te plaatsen. Voor grotere zeilen wordt gewerkt met kranen, kleinere kunnen zelfs met mankracht alleen geplaatst worden.
De plaatsing van het zeil zelf gebeurt relatief snel ten opzichte van andere bouwwijzen, maar vraagt van de aannemer veel technische kennis en ervaring met het materiaal. Zolang de structuur niet op spanning staat, is ze zeer gevoelig voor beschadigen en bevuilen; tijdens de plaatsing moet er zeer secuur en voorzichtig gewerkt worden, de volgorde van elke actie is van belang en ligt van op voorhand vast. Ook het werken met inox vraagt gespecialiseerde aannemers. De werfvloer moet volledig vrijgemaakt zijn en zuiver zijn. Het mag bovendien absoluut niet regenen tijdens de plaatsing van het zeil.
Meer informatie kan u terugvinden op www.sarus.be.