Net naast het Centraal Station in het Nederlands Utrecht lopen de pendelaars sinds kort tegen een bijzonder gebouw aan: The Green House. Het circulair gebouwde paviljoen opende op 9 april haar deuren. Wat is er zo bijzonder aan het gebouw en hoe bouw je circulair? Get Inspired by Light, een initiatief van verlichtingsspecialist TRILUX, vroeg het aan de architect, Jaap Bosch van architectenbureau cepezed.
Wat was de opdracht?
The Green House kwam eigenlijk samen met de opdracht voor het rijkskantoor de Knoop wat daarnaast ligt. Het gebied wordt in drie fasen aangelegd en in de eerste fase wordt de oude kazerne verbouwd tot rijkskantoor met vergadercentrum. We kregen de vraag om ervoor te zorgen dat het terrein naast de kazerne levendig blijft, totdat over vijftien jaar de laatste fase in ontwikkeling gaat.
Daardoor is bedacht om een remontabel en circulair gebouw te maken met horeca op de begane grond en vergaderzalen op de eerste etage. The Green House ligt aan een belangrijk kruispunt in de stad met de Croeselaan en de plek waar de Moreelsebrug aanlandt, die het gebied verbindt met de binnenstad. In die zin een strategische plek waar het logisch is dat je daar levendigheid toevoegt.
Hoe heb je het ontwerp van The Green House aangepakt?
Eigenlijk waren er maar beperkte randvoorwaarden waar het aan moest voldoen vanuit de opdrachtgever. Het moest tussen de tweehonderd en duizend vierkante meter groot zijn en binnen de plot van fase drie-ontwikkeling passen. Heel ruim dus en daarom heel leuk, we mochten zelf bepalen wat daarin kon komen.
Waar moet je rekening mee houden als je een gebouw circulair bouwt?
Als eerste is het belangrijk dat wat je nu bouwt in de toekomst weer uit elkaar te halen is. Een klassieke fundering en begane grond waarbij funderingsbalken en de vloer gestort worden is lastig weg te halen, daarom is in dit geval gekozen om de fundering van prefab betonblokken te maken. Deze is over vijftien jaar weer eenvoudig te verwijderen. Verder is het ook niet zo’n goed idee om muren te metselen of betonnen wanden te storten. Daarom is er gekozen voor een stalen draagconstructie met boutverbindingen, een soort compact bouwpakket dat je op de bouwplaats zelf in elkaar schroeft.
En dan moet er ook nog een gevel tegenaan. Ook daarbij hebben we zoveel mogelijk in losse elementen gedacht. De gevel wordt als losse houten elementen aangeleverd, net als de glasgevel. Bij de glasgevel hebben we zoveel mogelijk geprobeerd om de kit weg te laten.
Circulariteit is ervoor zorgen dat wat je nu maakt ook later weer een nieuw leven kan krijgen op een andere plek, maar houdt ook in dat je probeert gebruik te maken van materialen die er nu al zijn. In dat licht hebben we oude glaspanelen van de oude kazerne hergebruikt als gevelbekleding en is in de vloer gebruik gemaakt van oude klinkers en stoeptegels. Ook het meubilair is voor een groot gedeelte hergebruikt; de exploitant is langs de kringloopwinkels in Utrecht gegaan om gebruikt meubilair op te halen.
Het was wel een uitdaging om alles zoveel mogelijk te prefabriceren en niet definitief aan elkaar vast te maken, met name voor de aannemer die toch gewend is traditioneel te bouwen.
Het gebouw is ontworpen als een simpel casco waarbij de installaties in het zicht komen te zitten dus het was ook een uitdaging om ervoor te zorgen dat dat er netjes uit komt te zien. Dat gold ook voor de horeca-installaties: luchtkanalen, rookafvoer voor de barbecue die door het gebouw geleid moest worden. Het was een hele puzzel om dat goed in elkaar te krijgen.
Op welk onderdeel ben je het meest trots?
Vooral dat het een heel simpel bouwpakketje is geworden dat daadwerkelijk na vijftien jaar in zijn geheel weer uit elkaar te halen is; super circulair. En dat we van oude materialen waarvan je in eerste instantie denkt dat de maximale levensduur is bereikt, een mooie eyecatcher hebben kunnen maken.
Wat is de beste tip als je circulair wil gaan bouwen?
Stap één is om het gebouw te zien als bouwpakket en niet als traditioneel gebouw. Stap twee is om in de buurt te kijken wat je al hebt en kunt gebruiken. Stap drie is dat je weinig energie gaat gebruiken en probeert zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Dat zijn de belangrijkste dingen.
Hoe wij dat hebben opgelost qua energie? The Green House heeft zonnepanelen die voorzien in elektriciteit en er wordt stekkerloos gekookt met barbecues en ovens die op hout draaien. Warmte en koude worden geleverd vanuit het naastgelegen rijkskantoor waardoor hier geen extra installaties voor nodig waren. Wat betreft de verlichting hebben we samen met TRILUX een pay-per-use-model in leven geroepen waarbij zij voor vijftien jaar het licht leveren waarna het er ook weer uitgehaald kan worden. Vaak gaat er aan het einde van de levensduur van een gebouw veel de prullenbak in en bij zo’n systeem vermijd je dat.
Wat kunnen de gebruikers straks verwachten van het gebouw?
Een levendige plek, niet alleen voor ambtenaren en pendelaars maar voor de hele buurt. Met terrassen aan de buitenkant en een fijne vide met zicht op de kas en de groenwand aan binnenkant. Je kan er straks ook duurzaam eten, er wordt zo min mogelijk met vlees gekookt en de kas in het gebouw gaat het restaurant voorzien van groenten en kruiden. Deze is straks ook toegankelijk voor de bezoekers.
The Urban Farm
Een vertical farm en buitentuin van samen negentig vierkante meter levert straks zes ton voedsel voor het restaurant van The Green House. Maarliefst zestig soorten groenten, fruit en kruiden worden verbouwd. De waterafvoer wordt gerecycled en gft afval van de keuken wordt gebruikt als compost. Speciale UV verlichting zorgt voor de groei van de planten. De kas is vanaf de straat te zien.