Wie al eens graag oosters gaat eten in het centrum van Antwerpen, heeft mogelijks al eens voet gezet in de voormalige herenwoning die Tom Naeyaert onder handen nam. Op het gelijkvloers bevindt zich immers een vestiging van BÚN, gespecialiseerd in de Vietnamese keuken. Wat bezoekers van het restaurant wellicht niet weten, is dat ze genieten van een maaltijd in een bijzonder staaltje renovatiearchitectuur, dat naast de horecagelegenheid op straatniveau ook drie appartementen omvat op evenveel verdiepingen erboven. Voor het ontwerp daarvoor zorgde Tom Naeyaert uit het nabijgelegen Berchem, voor de realisatie Ecohuis uit Herentals.
Afgeleefd pand
“De staat waarin we het pand meer dan tien jaar geleden aantroffen, was ronduit erbarmelijk te noemen”, vertelt Tom Naeyaert. “De afgeleefde binnenkant van de leegstaande woning stond in schril contrast met het hippe karakter van de buurt waarin ze ligt, Het Zuid. De opdracht was duidelijk: een totaalrenovatie van a tot z, om het pand om te toveren tot drie appartementen en een handelsruimte op het gelijkvloers en het terug te slingeren naar de moderne tijd.”
De manier waarop dat moest gebeuren, was voor Tom Naeyaert even duidelijk als de projectomschrijving. “Traditioneel renoveren heeft voor ons weinig geheimen en het sprak voor zich dat dit ook voor dit project de te bewandelen weg zou zijn. Een ontmoeting met de mensen van Ecohuis besliste daar echter anders over.”
Dat bedrijf, gespecialiseerd in woonoplossingen in houtskelet, de architect en opdrachtgever overtuigen het over een andere boeg te gooien: een renovatie met een houten box-in-boxconstructie. Niet alleen het duurzame karakter van zo’n constructie was voor Tom Naeyaert en Imanu-Invest doorslaggevend om ervoor te kiezen, ook de snelle bouwtijd die met de realisatie gepaard gaat, was een bepalende factor.
Snel en duurzaam bouwen
“Wij hebben binnen de buitenmuren van het bestaande pand een volledig nieuwe houtskeletwoning opgebouwd”, licht Seppe Gorrens, projectleider namens Ecohuis, toe. “Een groot voordeel van een renovatie volgens zo’n box-in-box methode, is dat er weinig zware materialen aan te pas komen; hout is een licht bouwmateriaal. Daarnaast is het ook een droge bouwmethode, waardoor je niet te maken krijgt met droogtijden. Dat betekent uiteraard dat de renovatie in een veel korter tijdsbestek kan gebeuren. Een laatste groot voordeel is dat het hout dat wij gebruik een uit duurzaam beheerde bossen komt. En duurzaam bouwen staat vandaag hoog op de agenda.”
“Met het project in de Volkstraat hebben wij ons echt kunnen onderscheiden”, vult Thomas Vertommen, operationeel manager bij Ecohuis aan. “Met Ecohuis hebben we het jaren geleden aangedurfd het traditionele box-in-boxverhaal, waarbij gebruikgemaakt wordt van cellenbetonsteen of een structuur van metal studs, te verbeteren door er duurzame houtskeletbouw voor te gebruiken. Deze opdracht was, samen met de vele andere complexe renovatieprojecten die wij al realiseerden, dan ook vrucht van de tonnen ervaring die wij de afgelopen jaren opbouwden op het vlak van houtskeletbouw.”
Loftgevoel
Die uitgebreide ervaring was nog een reden waarom Tom Naeyaert voor Ecohuis koos. “Ecohuis is een uitstekend georganiseerd bedrijf met goed opgeleide mensen en een interne innovatieve afdeling”, stelt hij. “En zowel aan de onderhandelingen als aan de eigenlijke werffase houd ik niets dan goede herinneringen over.”
“Ik ben ontzettend tevreden over het resultaat. Alle ruimtes voelen aangenaam aan en in de appartementen heerst een echt loftgevoel. En door niet te raken aan de prachtige voorgevel van het gebouw hebben de bewoners, de restauranthouder en de culinaire bezoekers toch het gevoel dat ze in een gebouw met geschiedenis zitten”, aldus nog de architect.
Klimaatdoelstellingen
“Om de Vlaamse klimaatdoelstellingen te behalen, moeten nog heel veel gebouwen gerenoveerd worden”, krijgt Thomas Vertommen het laatste woord. “Isoleren langs de buitenkant is echter niet altijd een optie, al zeker niet bij panden met een beschermde voorgevel. Onze box-in-boxmethode houdt rekeningen met die beperkingen. We voelen de belangstelling ervoor dan ook gevoelig stijgen.”
