Torenhoge gasprijzen? Industrie kan bijna 4 op de 10 Vlaamse gezinnen goedkoper en duurzamer verwarmen

Willen we de energiefactuur van de Vlaamse gezinnen onder controle houden én de CO2-uitstoot voor verwarming met ruim driekwart verminderen, dan moeten onze overheden en nutsbedrijven fors inzetten op warmtenetten. Dat stelt Hendrik-Jan Steeman, expert energietransitie van het internationale adviesbureau Arcadis, aan de vooravond van de 26e klimaattop van de VN in Glasgow. Vandaag telt Vlaanderen nog maar 76 warmtenetten, die samen instaan voor minder dan 1 procent van de warmtevraag. “Warmtenetten zijn nochtans een sleutelelement om de energietransitie in ons land te doen slagen én de energiefactuur van de Vlaming onder controle te houden”, aldus Steeman. “Op termijn kunnen bijna 4 op de 10 Vlaamse gezinnen goedkoper en duurzamer verwarmen dankzij restwarmte afkomstig van de industrie.”

De prijs van aardgas op de internationale markten maakte de voorbije weken enorme sprongen. Tussen 28 september en 6 oktober brak de gasprijs dag na dag alle records. En dat door de aantrekkende economie en de lage aardgasvoorraden, gecombineerd met de vrees voor een strenge winter. De Vlaming ziet zijn verwarmingsfactuur daardoor deze winter verdubbelen. Gemiddeld genomen zal wie met aardgas verwarmt op jaarbasis 700 euro meer betalen. Verwarmen met fossiele brandstoffen is bovendien nefast voor onze CO2-uitstoot. Om de race naar een klimaatneutrale toekomst te halen moeten we dringend op zoek naar alternatieven.

Expert energietransitie Hendrik-Jan Steeman (Arcadis) ziet alvast heil in warmtenetten. Volgens een studie van het Vlaams Energie en Klimaatagentschap (VEKA) kan bij hoge brandstofprijzen 38 procent van de warmtevraag in Vlaanderen kostenefficiënt afgedekt worden via warmtenetten.
 

Trage groei

Maar dan is een serieuze opschaling nodig. Vlaanderen telt vandaag nog maar 76 warmtenetten. Samen zijn deze warmtenetten goed voor 834 GWh warmte of minder dan 1 procent van warmtevraag in Vlaanderen. Warmtenetten zitten in de lift, maar de groei gaat maar traag. Bovendien gaat 78 procent van de warmte die vandaag in Vlaanderen via warmtenetten geleverd wordt naar niet-huishoudelijke afnemers. Ter vergelijking: in Denemarken wordt vandaag meer dan 60 procent van de huishoudens verwarmd via een warmtenet.

“We moeten afstappen van fossiele brandstoffen als we de opwarming van het klimaat een halt willen toe roepen, dat is duidelijk. Verwarmen met een warmtepomp die wordt gevoed met groene elektriciteit is een goede keuze, maar technisch niet evident voor bestaande bebouwing in stedelijke centra. Warmtenetten zijn dan dé oplossing. Via deze netten krijgen we lokale warmte, afkomstig van de industrie of van afvalverbrandingsinstallaties, via een netwerk van ondergrondse leidingen tot bij onze gebouwen. Warmtenetten zorgen ook voor betaalbare verwarming op lange termijn. Een gebouw dat aansluit op een warmtenet gevoed met duurzame warmte kan zo zijn CO2-uitstoot met 85 procent verminderen", aldus Hendrik-Jan Steeman, Team Leader Green Buildings & Energy Transition, Arcadis België. 

 

Lage variabele kosten

Steeman roept de overheden op om een strategische keuze te maken voor warmtenetten als verwarmingsbron van de toekomst en de komende jaren fors te investeren om zoveel mogelijk gebouwen te kunnen aansluiten op deze duurzame en lokale energiebronnen.

“De kosten voor het aanleggen van warmtenetinfrastructuur zijn hoog, maar ons land beschikt daarna dan wel over een warmtesysteem dat niet afhankelijk is van volatiele brandstof- en gasprijzen. Om onze bestaande warmtenetinfrastructuur op te schalen naar warmtenetten die volledige stadsdelen van warmte kunnen voorzien, moeten we nu al strategisch investeren. Overheden mogen zich immers niet miskijken op de tijd die nodig is om grootschalige warmtenetten aan te leggen. In Denemarken is in bepaalde regio’s tot 90 procent van de gebouwen aangesloten op een warmtenet, maar daar heeft men wel 30 jaar over gedaan", aldus Hendrik-Jan Steeman. 

Warmtenetinfrastructuur aanleggen moet ook doordacht gebeuren. Een klein warmtenet realiseren in een nieuwe woonwijk dicht bij een warmtebron is relatief eenvoudig, maar de grote uitdaging is om restwarmte op grote schaal van bv. de industrie in de Antwerpse haven naar het stadscentrum te krijgen én ervoor te zorgen dat het warmtenet in een latere fase kan doorgroeien, zodat uiteindelijk volledige stadsdelen verwarmd kunnen worden zonder fossiele brandstoffen.
 

Synergie met andere infrastructuurwerken

Daarom is het belangrijk een toekomstvisie te ontwikkelen waarbij gekeken wordt naar het doorgroeipotentieel op lange termijn en de synergie met andere infrastructuurwerken. De stad Antwerpen neemt op het vlak van grootschalige warmtenetten volgens Arcadis een pioniersrol op.

“We willen tegen 2030 via een warmtenet 355 GWh warmte leveren aan 35.000 huishoudens, of ongeveer 10 procent van de totale Antwerpse warmtevraag. Een stad als Antwerpen is door de densiteit van de bebouwing en de nabijheid van de havenindustrie uiterst geschikt voor het uitrollen van een grootschalig warmtenet. Met zo’n net kunnen we een gigantische CO2-winst boeken en meteen zeer veel gebouwen uit het fossiele tijdperk halen", klinkt het bij Tom Meeuws, schepen van Leefmilieu Antwerpen. 

 

Twee types warmtenetten

Er bestaan verschillende soorten warmtenetten. Grosso modo kunnen ze opgedeeld worden in twee categorieën: netten die warmte op gebruikstemperatuur leveren en netten die warmte onder gebruikstemperatuur leveren, waarbij een warmtepomp in het gebouw zorgt voor een temperatuursverhoging.

“De eerste categorie is uiterst geschikt voor het aardgasvrij maken van bestaande gebouwen. Dit type warmtenet kan uitgerold worden tot op de schaal van een volledige stad of stadsregio. Dergelijke warmtenetten worden traditioneel gevoed met restwarmte van een afvalverbrandingsinstallatie of van de industrie. De tweede categorie is meer geschikt voor nieuwbouw of grondig gerenoveerde gebouwen. Deze warmtenetten laten toe om ook laagwaardige warmte, bv. uit de bodem, riolering of oppervlaktewater, te benutten en hangen dus niet af van de beschikbaarheid van industriële restwarmte. De schaal van dergelijke netten beperkt zich echter tot een wijk", aldus Bert Lemmens, Expert Geothermie, Arcadis België. 

Bron: Arcadis
Deel dit artikel:
Onze partners