Hun eigen thuisbasis ontwerpen: het is de droom, maar tegelijk ook de nachtmerrie van veel architecten. De Antwerpse poot van assar architects ging de uitdaging aan en slaagde met brio. Op de site van de voormalige Confiserie Roodthooft in Berchem toverden ze een casco fabriekshal om tot een inspirerende werkomgeving die comfort en gezelligheid ademt. Architect-partner Geert Bekaert en interieurarchitect Jens Jansen vertellen hoe ze de hedendaagse kantoorinrichting wisten in te passen in de industrieel-historische context. “Alles moest tot in de puntjes kloppen!”
Veel Antwerpenaars en zoetekauwen uit de rest van het land krijgen spontaan het water in de mond wanneer ze aan de iconische koffiesnoepjes of ‘arabierkes’ van Confiserie Roodthooft denken. Tachtig jaar lang werden deze vervaardigd in de fabriek in de Lange Leemstraat, op een steenworp van ’t Groen Kwartier en treinstation Antwerpen-Berchem. Tot het bedrijf in 2017 uitweek naar Turnhout. Twee jaar later startte de herbestemming van de site, met de bedoeling om oud en nieuw op stijlvolle wijze te verzoenen aan de hand van een inbreidingsproject. Zo ontstond een woonerf met 41 residentiële en vijf kantoorunits, verspreid over zeven gebouwen, met de oude fabriekshal als absolute blikvanger. Deze laatste doet sinds kort dienst als hoofdkwartier van de Vlaamse afdeling van assar architects, dat zijn kans greep om een nieuwe kantooromgeving met een unieke uitstraling te creëren.
“Onze voormalige vestiging in Wilrijk was te klein geworden. Vandaar dat we op zoek gingen naar een nieuwe uitvalsbasis, met een centrale ligging en bereikbaarheid als belangrijke criteria”, steekt Geert Bekaert van wal. “De Confiserie kwam op onze radar via de dochter van onze oude zaakvoerder Nico Luyten, die werkzaam is bij bold architecten. Zij leidden de transformatie van de volledige site in goede banen en lieten ons weten dat de fabriekshal te koop was. Het ging om een open cascovolume van circa 900 m² groot en 8 meter hoog, met aan de ene kant een beschermde baksteengevel met groen schrijnwerk (conform de oudst gevonden verflagen) en aan de andere kant een vernieuwde gevel met terracottakleurig schrijnwerk die aansluit bij de rode baksteenlook van de naburige nieuwbouwvolumes. Daarnaast waren er enkele historische elementen die we eveneens tot uiting wilden laten komen in het nieuwe kantoorinterieur, zoals de betonnen plafondstructuren. Met deze uitgangspunten gingen we aan de slag.”
Om de beschikbare ruimte optimaal te kunnen benutten zonder het authentieke karakter van de oude fabriekshal teniet te doen, besloten de architecten een langgerekte stalen mezzaninestructuur te integreren. Daarbij hielden ze rekening met de vraag van het Agentschap Onroerend Erfgoed om aan de langsgevels twee grote vides te creëren en zo de grandeur van het geheel te vrijwaren. “Onder het gebouw bevindt zich een nieuwe ondergrondse parking, dus de punten waar we de kolommen konden plaatsen lagen vast. Daar zijn we creatief mee omgesprongen om de nodige symmetrie te creëren tussen beide vides, onder meer via de toevoeging van schuine kolommen. Buiten een vaste technische zone met de serverruimte, het HVAC-lokaal en het sanitair aan het uiteinde van de hal is de ruimtelijke indeling flexibel opgevat. Op het gelijkvloers hebben we de zwarte mezzaninestructuur hoofdzakelijk ingevuld met individuele kantoren, via een combinatie van glazen wanden (langsrichting) en gestoffeerde akoestische wanden van Beddeleem (dwarsrichting) om zo veel mogelijk transparantie te behouden en laterale doorzichten te creëren. Het verdiepingsniveau biedt plaats aan een grote open ruimte met verschillende kantooreilanden, waar je een mooi uitzicht hebt op de omgeving en de rest van het kantoor”, legt Geert Bekaert uit.
De interieurinrichting is maximaal geënt op het omringende casco, met grijs, groen en terracotta als dominante tinten. “Ze keren onder meer terug in de nieuwe polybetonvloer en de gestoffeerde akoestische wanden (grijs), de betegeling van de inkombalie (groen) en de toog in de eetruimte (terracotta) en de kleur van de keuken (terracotta). Het was toch even zoeken om daar een goede balans in te vinden, in combinatie met het zwarte staal en de nodige houtaccenten”, geeft Jens Jansen aan. “Daarnaast hebben we maximaal ingezet op comfort en gezelligheid om een aangename werksfeer te creëren, met akoestiek als belangrijk speerpunt. Naast de gestoffeerde dwarswanden dragen ook de geperforeerde gipsplafonds boven het gelijkvloers van de mezzanine, de tapijtbekleding op het verdiepingsniveau en de grijze spuitpleister bovenaan de hal hun steentje bij. In een ruwe industriële setting als deze is het een hele opgave om een aangenaam akoestisch klimaat te creëren, maar dat is uitstekend gelukt. Voor de verlichting hebben we dan weer samengewerkt met Modular Lighting Instruments. De voornaamste eyecatcher is de grote neonlamp boven de eettafel, die geflankeerd wordt door de metershoge ramen in de vernieuwde gevel. Het is mooi om te zien hoe het licht hier doorheen de dag evolueert.”
Ook qua duurzaamheid gooit het nieuwe kantoor van assar architects hoge ogen. “We hebben geen gasaansluiting meer. Verwarmen en koelen gebeurt met behulp van warmtepompen, vloerverwarming en een nieuw ventilatiesysteem. In een ideale wereld hadden we ook koelplafonds geïnstalleerd, maar dan zouden we de mooie oude betonplafonds aan het zicht onttrokken hebben”, zegt Geert Bekaert. Voorts zijn er nog heel wat andere historische elementen bewaard en geïntegreerd in de nieuwe kantoorsetting. “De zijdelingse muren waren in het verleden betegeld en bepleisterd, maar wegens de slechte staat hebben we ervoor gekozen om de originele bakstenen in ere te herstellen. De wandbetegeling van de oude traphal was daarentegen wel nog in goede staat en werd bijgevolg behouden. Ook de houten trap zelf werd bewaard – inclusief de uitgefreesde silhouetten van boterbloemen in de trapleuningen, die verwijzen naar het feit dat het gebouw in 1905 was opgetrokken als boterfabriek – evenals het directiekantoor dat via een groot raam uitkeek op de fabriekshal. Daar heeft onze huidige zaakvoerder Dieter Wuyts intussen zijn intrek genomen”, knipoogt Jens Jansen.
Ook de overige assar-medewerkers vonden probleemloos een eigen stek in het nieuwe kantoor. Er is bovendien nog ruim voldoende marge om het personeelsbestand verder uit te breiden in de toekomst. Hoewel het geen sinecure is om als architect voor jezelf te ontwerpen, is de balans uitermate positief, besluit Geert Bekaert. “We hebben onze tijd genomen om verschillende voorontwerpen te maken en bepaalde zaken af te toetsen. Dat stelde ons in staat om specifieke details tot in de puntjes uit te werken. Een goed voorbeeld is de borstwering op het verdiepingsniveau, waarvoor we zeker tien soorten strekmetaal overwogen hebben. We zijn trots op het resultaat, want het is toch een apart project binnen ons portfolio. We tonen hier dat we niet alleen kaas gegeten hebben van pure architectuur, maar ook van interieurvormgeving. Het is als het ware een synthese van onze ervaring en expertise geworden.” Ook Jens Jansen is in de wolken met zijn nieuwe werkomgeving: “Het is opvallend dat we met z’n allen minder thuiswerken dan in het verleden. De meesten komen veel liever naar kantoor sinds we verhuisd zijn. Het beste bewijs dat we in ons opzet geslaagd zijn!”