U-Residence in Elsene verbindt universiteitscampus met de stad

De campus is door zijn typische hoefijzervorm een zeer markante stedenbouwkundige figuur in Brussel. Die stedenbouwkundige context is de basis waaruit het architectenbureau, Bogdan en Van Broeck, de krachtlijnen van het ontwerp afleidde. Het ontwerpteam vatte het project op als een vorm van stedenbouw op een kleinere schaal.

Poort tot de campus

Het project ambieerde in te zetten op het potentieel en de stedelijke dynamiek van Brussel als metropool. De noordrand van de campus, tegenover de kazernes langs de Generaal Jacqueslaan, vormde een gesloten groenbuffer. Daardoor was de universiteit langs deze belangrijke stedelijke boulevard bijna niet zichtbaar. Ze had er geen leesbare toegang en zelfs geen naambord, het leek wel alsof de campus met zijn rug naar de stad stond. Het ontwerp heeft deze problematiek gecounterd door het gebouw als een poort tot de campus te concipiëren. Het opgegeven terrein was bijzonder beperkt qua afmetingen en zat opgespannen tussen de boulevard, de atletiekpiste en het bestaande sportcomplex. Dat leidde tot de geknikte vorm van het gebouw, dat de beschikbare ruimte van de projectzone maximaal benut door zich rond de sportpiste te plooien. Het sporthotel ontleende zijn vorm dus rechtstreeks aan de naastliggende (sport)infrastructuur.

De eigenlijke werken mochten slechts 12 maanden in beslag nemen. Repetitie was dan ook het sleutelwoord in de conceptie voor de uitvoering van het gebouw. Uitvoering op korte termijn, en met een hoge kostenefficiëntie, werd mogelijk door de efficiënte structuur op te vullen met geprefabriceerde gevelpanelen en erkers, een glazen gordijngevel op het ritme van de kolommen en één type meubel voor alle kamers waar berging, keuken, badkamer en technieken in verwerkt zijn.

Zichtbaar beton

De verschillende onderdelen van het gebouw – studentenhuisvesting, onderzoeksruimtes voor sport en lichaamscultuur, congrescentrum en parking – zijn bedacht met een zeer consequente materialiteit. De detaillering van het gebouw mikt op een helder leesbaar palet van kleuren en texturen: zwarte baksteen en plafond voor de bovenbouw, berkenfineer wanden voor meubels, gegalvaniseerd staal voor technieken, bronskleurige beglazing en geanodiseerd aluminium voor het buitenschrijnwerk en zichtbaar glad bekist beton doorheen het gehele project. Door het beton niet af te werken met pleister en verf bespaarden ze niet enkel op de bouwkost, maar zijn de kolommen en traphallen ook bestand tegen verhuisbewegingen en het meer intensieve gebruik, te verwachten in een studentenresidentie.